
Lang leve de verstrijkende tijd. Ik vind mezelf een leukere moeder nu mijn kinderen ouder zijn (5 en 7 jaar).
*Foto’s door Ayla Maagdenberg
Het (mooie, grappige) boek Is het al zeven uur? deed mij terugdenken aan en reflecteren op de jaren dat mijn kinderen nog klein waren. Dat zijn ze nu nog steeds natuurlijk, maar ik bedoel echt klein-klein, baby-klein, dreumes-klein en peuter-klein. Pré-basisschool-klein.
Ik vond dat best wel heftig. Niet alleen omdat Noël een huilbaby was (al was dat veruit het heftigste en zwaarste), maar ook gewoon omdat ze continu zoveel zorg en aandacht nodig hadden en ik dus eigenlijk continu overprikkeld was. Vergeleken daarbij is mijn hele leven nu echt een verademing (ok, niet overdrijven, maar jullie begrijpen me ;-)).

En dat begint al bij het opstaan…
Meteen ‘aan’ versus ‘rustig aan’
Baby’s, dreumesen en peuters doen niet rustig aan als ze wakker worden. Zij hebben geen enkele boodschap aan jouw wensen op dat moment, maar zetten het gewoon meteen op een huilen of op een brullen (MAMMAAAAAA! MAMMMAAAAAA!). Even rustig wakker worden en acclimatiseren is er dus niet bij. Tegenwoordig wel. Vooral Elia kan nu keurig stil doen in de ochtend en ook in zijn eentje naar beneden lopen en daar zeker een uur alleen spelen, of schaakoefeningen maken uit zijn boekje. I-de-aal. Noël doet iets minder stil (…), maar loopt ook gewoon alleen naar beneden zonder direct iets van mij te willen. Het scheelt dat zijn grote broer daar dan ook is (hij wordt vrijwel altijd later wakker dan Elia), dus dan gaan ze meestal even samen spelen totdat ze ruzie krijgen of een van de twee een boterham wil. Soms duurt dat een halfuur, soms vijf minuten, maar ik kan in elk geval rustig opstaan en me aankleden. Soms kan ik zelfs nog even lezen in bed! Wat een luxe!
Voortdurend verzorgen versus af en toe rust
Baby’s en dreumesen kunnen niet alleen spelen. Nou ja, een dreumes misschien wel. Tien hele minuten. Als je geluk hebt. Maar je moet de hele tijd erbij en op je hoede zijn: stel dat hij ineens een legoblokje van zijn grote broer in zijn mond zou stoppen, stel dat hij het traphekje toch op een of andere manier open krijgt… die hele kleine mensjes zijn bovendien nogal dwingend in hun wensen (lees: eisen). Ze willen niet straks misschien eens een keer een boterham, nee, die boterham moet NU komen met het beleg dat ze NU willen, ongeacht of dat er is of niet. Elia en Noël kennen (en accepteren!) inmiddels het begrip ‘straks’. Ik kan nu dus tegen ze zeggen: “Ik ben nu aan het afwassen, als ik daarmee klaar ben, ga ik een broodje voor je maken.” En dat is dat. In de loop van de dag zijn er steeds meer momenten waarop ze spelen – binnen of buiten – zonder mij nodig te hebben. Zoiets eenvoudigs als de was ophangen op zolder, wat eerst echt een soort zorgvuldig geplande expeditie was, kan nu dus gewoon tussendoor. Heer-lijk.

Slapen zonder drama
Last but not least (zeker niet least!!!): er wordt geslapen. Door Elia, door Noël en ook door mij. Zonder drama, zonder gehuil en zonder dat ik er een uur bij hoef te blijven (tegenwoordig ‘slechts’ vijf minuutjes!). Halleluja. Ik denk dat dit qua gemoedsrust voor mezelf de allergrootste verandering is. Want als je continu moe bent en het slaapgebrek je opbreekt, krijg je vanzelf een korter lontje en minder geduld overdag. En ik kan het weten, want Noël was bijna vier jaar toen hij begon met (structureel) doorslapen, dus het slaaptekort was hier aardig opgebouwd (…).
Door die combinatie van rustig(er) opstarten, meer momenten voor mezelf tussendoor én een betere nachtrust, merk ik dat ik mezelf een leukere moeder vind. Ik heb meer geduld – komt misschien ook omdat zij nu vatbaarder zijn voor logica en uitleg – en meer zin om dingen met ze te ondernemen (ook omdat dat makkelijker gaat dan drie jaar geleden en we bijvoorbeeld niet vastzitten aan dutjes). Ik schreef het al eerder en ik blijf het zo ervaren: het wordt steeds leuker met ze…