
Gelezen boeken in juni 2022
Het is weer gelukt. Ook in juni heb ik zes boeken uitgelezen. Overigens is dat niet per se mijn doel hoor, zes per maand, maar voor de continuïteit van deze blogrubriek wel prettig. Ik weet bijvoorbeeld nu al dat ik er in juli en augustus veel meer dan zes per maand zal lezen, want dan heb ik vakantie. En vakantie = lezen.

Ik ben – met uitzondering van één boek – enthousiaster over wat ik deze maand las dan over wat ik vorige maand las. There we go…
1. Sally Rooney – Prachtige wereld, waar ben je

Van Sally Rooney las ik eerder Normal People. Dat boek vond ik zó mooi, ik weet nog steeds goed waar het over ging (en dat zegt wat!). Daarna las ik ook nog Conversations with Friends en ook dat viel in de smaak. Vanzelfsprekend stond dit boek dus ook op mijn wish list en toen het eenmaal in de bieb lag en niet uitgeleend was, pakte ik het meteen mee. En het heeft me niet teleurgesteld.
Het is een verhaal over vier vrienden die elkaar liefhebben, maar ook pijn doen. Het klinkt als een (slechte) soapserie, maar dat is het echt niet. Het thema is universeel en ik herkende me in de zoektocht naar… ja, naar van alles eigenlijk: liefde, vriendschap, de grens tussen alleen zijn en eenzaam zijn. ‘Tussen de regels door proef je het ongezegde,’ luidt een zin uit een recensie over dit boek. Daar ben ik het helemaal mee eens. Meer ga ik niet over dit boek zeggen – lees het zelf maar!
2. Marie-Claire van den Berg – Groen doen

Dit boek is een oudje (2011), maar toch heb ik er een paar dingen over geleerd op het gebied van duurzaamheid die ik nog niet wist. Bijvoorbeeld dat een auto meer verbruikt als je hem in een lagere versnelling zet. 60 rijden in zijn vijf, in plaats van in zijn vier, is daarom een goed idee.
Dat was maar een klein voorbeeld. Baanbrekende inzichten heb ik er niet aan ontleend, maar dat is ook niet de bedoeling van de schrijfster. Van den Berg doet verslag van haar eigen zoektocht naar een klimaatvriendelijk(er) leven. Met alle hobbels die daarbij komen kijken. Wie harde feiten wil, kan beter De verborgen impact van Babette Porcelijn lezen (sowieso! Lees dat boek!), maar ik vond dit wel verfrissend tussendoor. Ze is heel eerlijk over wat haar wel en niet lukt en daarmee is het een persoonlijk en bij vlagen herkenbaar boek. Niet fantastisch, ook niet zonde van tijd.
3. Hendrik Groen – Rust en vreugd

Over zonde van de tijd gesproken (mooi bruggetje): dit boek vond ik dat wél. Mijn god. Wat is hier de bedoeling van? En voor wie is dit geschreven, basisschoolkinderen?
Ik begon hoopvol en optimistisch, want ik heb eerder boeken van Hendrik Groen gelezen (namelijk al die dagboeken) en die vond ik leuk. Maar dit… nee. Dit is iets anders, namelijk een roman. Althans, dat moet het voorstellen. Ik vind het meer neigen naar een jeugdboek en dan niet eens een goed jeugdboek.
Het gaat over Emma die na het overlijden van haar man een tuinhuisje bemachtigt. De cover beloofde ‘een geestige maar ook vileine schets van een typisch Nederlands fenomeen: de volkstuinvereninging’, dus ik had er zin in, maar ik vond het echt oersaai. Alle personages zijn wandelende clichès, het taalgebruik is meestal zoetsappig en dan weer ineens onnodig grof en het verhaal wist me op me geen enkele manier te boeien. En dan dat einde.. brr.
Bracht dit boek mij vreugd? Nee. Rust? Ja, in die zin dat het slaapverwekkend was. Als je toch iets van Hendrik Groen wilt lezen (en dat zou ik op zich niet afraden), neem dan die dagboeken en sla deze over!
4. Tatjana Almuli – Ik zal je nooit meer

Van Almuli las ik eerder het boek Knap voor een dik meisje (hier door mij besproken), dat ik best goed vond. Toen Frederiek me enthousiast appte dat ze dit aan het lezen was, wilde ik dat natuurlijk meteen van haar lenen. En dat mocht, gelukkig.
In dit autobiografische boek (een roman is het niet echt te noemen) gaat Tatjana op zoek naar haar overleden moeder. Niet letterlijk natuurlijk. Ze wil onderzoeken hoe het komt dat ze zich soms zo ontaard voelt en ondertussen stuit ze op geheimen uit het verleden die ze ook nog moet verwerken. De titel Ik zal je nooit meer vind ik erg goed gekozen, want de zin is nog niet af, net als Tatjana’s eigen zoektocht niet af is en misschien wel nooit af zal zijn.
Als moeder vond ik er veel herkenbaars in zitten. Ik denk dat je op een bepaald moment in je leven (zeker wanneer je zelf moeder bent) als vanzelf gaat reflecteren op je eigen jeugd en de band met je eigen moeder. Almuli deelt haar eigen gedachten en gevoelens op een kwetsbare, open manier, zonder te pathetisch te worden. Ja, mooi boek!
5. Teun van de Keuken – De supermarktsurvivalgids

De supermarktsurvivalgids. Mooi woord voor galgje. Lekkere alliteratie ook. Dit boek werd mij getipt door een vriendin en hoewel ik niet per se razend nieuwsgierig was, gaf ik het toch een kans. En ik vond het superleuk!
Om te beginnen is Teun van de Keuken (bekend van De keuringsdienst van waarde) hilarisch. Dat zeg ik niet snel, maar in dit boek zaten écht grappige stukjes die me hardop deden lachen. Daarnaast heeft de beste man veel kennis over voedingsmiddelen en kan hij die op zo’n manier delen dat zelfs een totale leek het begrijpt.
De uiteindelijke boodschap van het boek is niet zo positief (namelijk: alles is marketing, we raken steeds verder verwijderd van puur voedsel dat gezond voor ons is en krijgen er – duurdere – troep voor in de plaats, een ontwikkeling waar we zelf ook aan meewerken door niet kritisch genoeg te zijn als consument), maar dat maakt hem juist urgenter om te delen. Mijn ogen zijn in elk geval weer ietsje meer geopend dankzij dit boek. Dikke aanrader voor iedereen die wil weten wat hij nou eigenlijk in zijn mond stopt en daar bewuste(re) keuzes over wil maken!
6. Maggie O’Farrell – Hamnet

Deze titel was gekozen door mijn boekenclubmaatje. Ik had hem nooit zelf uitgekozen, maar ik heb ervan genoten. Waar gaat het over?
Op een zomerdag in 1596 gaat Judith, een jong meisje uit Stratford-upon-Avon met een flinke griep in bed liggen. Haar tweelingbroer Hamnet zoekt overal vergeefs om hulp. Hun moeder, Agnes, is ver buiten het dorp met haar geneeskrachtige planten in de weer. Hun vader werkt in Londen als toneelschrijver. Beide ouders hebben nog geen idee dat een van hun kinderen de week niet zal overleven. Hamnet is een aangrijpende pageturner geïnspireerd op de zoon van William Shakespeare.
De tweelingzus was ziek – uiteindelijk is het de tweelingbroer die sterft. Het kwam wat traag op gang, veel achtergrondinformatie en ik begreep het niet direct, maar toen ik er eenmaal ‘in’ zat was het spannend en ontroerend. En ook hier staat weer de moeder-kindrelatie centraal. De schrijfstijl is een tikkeltje ouderwets en heel erg beschrijvend, daar moet je van houden. Dat doe ik niet per se – daarom had ik het ook niet gekozen, maar het paste goed bij dit boek. Het is geen vrolijk boek en ook geen luchtig boek, maar wel mooi. En zielig, dat ook.
Benieuwd wat ik nog meer gelezen heb? Nou, onder andere deze boeken (klik op het plaatje op naar de betreffende blog te gaan):