Stilzitten en luisteren. Verwachten we de verkeerde dingen van onze kinderen?

*Foto’s door Ayla Maagdenberg

Afgelopen weekend (met Pasen) was ik een paar dagen met de jongens in ons vakantiehuisje. Mijn vriend was niet mee, want die moest werken (arme hij!). We hadden echt geluk met het weer, want het was prachtig, niet te koud en ook niet te warm.

Waar ik er een jaar geleden nog tegenop had gezien om zoveel tijd ‘alleen’ met ze te zijn (zonder hulp in de moeilijke momenten en met heel weinig momenten me-time), daar keek ik er nu vooral naar uit. Want ze zijn ouder en zelfstandiger, dus minder drift- en huilbuien en meer tijd voor mezelf! Die balans – die telkens meer opschuift naar de wat mij betreft ‘goede kant’ – vind ik superfijn.

Het waren heerlijke dagen waar ik echt van heb genoten. Ik vond het oprecht jammer dat we maandag weer terug moesten. Gelukkig is het bijna meivakantie en gaan we dan ook weer naar een huisje (van vrienden dit keer). Huil- en driftbuien waren er uitzonderlijk weinig. Ja, één keer was Noël heel boos omdat hij (zelf…) iets kwijtgeraakt was, maar over het algemeen verliep alles gezellig en gemoedelijk, zelfs het naar bed brengen!

Ze waren dan ook erg moe na een hele dag buitenspelen. Aangezien ze nu de leeftijd hebben bereikt dat ze (op die hele kleine camping) prima alleen naar de speeltuin kunnen en een rondje kunnen fietsen, scharrelden ze daar naar hartenlust rond. Soms zat ik erbij met mijn boek op een bankje, maar soms was ik ook gewoon in ons huisje aan het puzzelen.

’s Avonds gingen we kijken (en in Noëls geval: meedansen) met het animatieteam, waarna we thuis nog heel even Netflix keken. Dat was tevens het enige scherm-momentje op de dag. De rest van de dag was het simpelweg niet nodig (voor mij niet en voor hen niet).

Op een gemiddelde dag hier, thuis, heb ik meer confrontaties met ze dan daar. Waar ligt dat aan? Verschillende factoren, denk ik:

  • we waren allemaal vrij: ik hoefde daar niet te werken, zij hoefden niet naar school of zwemles, dus iedereen was (95% van de tijd) ontspannen
  • ze kregen alle aandacht: niet voortdurend, want ik hecht zoals gezegd veel waarde aan mijn eigen ding doen, maar de momenten dat we samen wat deden (Tien tellen In de Rimboe of ganzenbord ofzo), was er nul afleiding
  • ze konden gaan en staan waar ze wilden en dat ook zelf beslissen: ik liet ze met opzet los
  • ze waren heel veel buiten: aan het spelen met zand of takjes of paaseieren aan het zoeken
  • ze hoefden niet stil of rustig te zijn: want ze waren zoals gezegd buiten of in een huisje zonder naaste buren 😉

Zolang bovenstaande gold, had ik eigenlijk geen kind aan ze. Dat zette me aan het denken. Jonge kinderen zijn niet gemaakt om stil te zitten of rustig te doen. Zij bruisen van de energie die ze kwijt willen – goedschiks of kwaadschiks. Op een ‘gewone’ doordeweekse dag lukt dat niet altijd goed, waardoor hun (en mijn) lontje korter wordt, waardoor er weer eerder confrontaties plaatsvinden.

Nu is het leven (helaas) niet één lange vakantie – ik weet trouwens niet of dat dan echt nog wel leuk zou zijn. Maar sommige dingen wil ik bewuster proberen door te voeren, ook in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld meer momenten creëren waarop ze mijn onverdeelde aandacht krijgen en meer naar buiten, met of zonder mij. Gelukkig komt mijn favoriete deel van het jaar (qua temperaturen) eraan, dus ik heb er zin in :).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *