Lezen is een feestje! Zo help je een beginnende lezer (groep 3) om dat in te zien.

Sommige kinderen zijn van nature gek op letters leren of sommen maken. Anderen hebben iets meer stimulans nodig voor ze er een boekje bij pakken. Nu heb ik redelijk wat ervaring met leesonderwijs, zowel bij analfabeten (pubers en volwassenen) als bij ‘gewone’ zwakke of sterke lezers. En nu maak ik voor het eerst het proces van letters leren en woordjes begrijpen mee bij mijn oudste zoon in groep 3. Ik vind dit fan-tas-tisch, echt de leukste mijlpaal na het leren lopen en praten. Vandaag vertel ik hoe wij er samen een leesfeestje van maken!

Geef het goede (lees)voorbeeld

Ik weet niet hoe vaak ik deze zin wel niet geschreven heb hier op de blog, maar dat komt omdat het volgens mij echt dé allerbeste tactiek is om kinderen iets te leren: door het voor te doen. Als zij jou vaak zien lezen en merken dat je daar plezier in hebt, wordt een leven met teksten en verhalen een vanzelfsprekendheid voor ze. En dan hoef je niet meteen Sartre te lezen – de LINDA is ook prima ;-).

Omring ze met boekjes

En met letters, papier en pen/stift/potlood en handleidingen van spelletjes. Aanbod schept vraag en vraag schept aanbod. Geef ze dus ruimschoots de mogelijkheid om zelf te oefenen met lezen en schrijven, op hun tempo, op het moment dat zij daar zin in hebben en op de manier die ze zelf willen. Noël kent bijvoorbeeld een stuk of zeven letters (N, O, E, L, I, A, S) en die schrijft hij dan steeds opnieuw in één lange rij. Hele a4-tjes vol schrijft hij daarmee en vervolgens vraagt hij me om het voor te lezen. Helemaal leuk! Boekjes op hun eigen niveau zijn natuurlijk top (en volop te vinden in de bieb, wat vele malen duurzamer en in dit geval ook handiger én goedkoper is dan zelf kopen, want ze gaan als een speertje door de leesniveaus heen), maar laat ze ook moeilijkere teksten zien en leg uit dat een handleiding bijvoorbeeld heel belangrijk is als je wilt weten hoe het spelletje moet. Of dat je niet zou kunnen koken zonder recept.

Combineer lezen en schrijven

Schrijven en lezen zijn bij uitstek vaardigheden die elkaar aanvullen. Als je niet kunt lezen wat je schrijft, heb je er (nog) niet zoveel aan en andersom. Het helpt enorm bij het begrip van klanken als je zelf niet alleen een idee hebt hoe de letter klinkt, maar ook hoe je hem zelf kunt maken. Voor beide vaardigheden geldt verder dat ze best veel energie kosten wanneer je pas net bent begonnen met oefenen, dus daarom is het ook fijn om ze af te wisselen. Twintig minuten lezen is voor Elia bijvoorbeeld heel erg lang, maar tien minuten lezen gevolgd door tien minuten schrijven (of andersom) houdt hij dan wel weer prima vol.

Stimuleer, maar push niet

Er is een verschil tussen aanmoedigen en dwingen. Ik stimuleer Elia vaak om er een boekje bij te pakken. Meestal hoef ik daarvoor niet eens iets te zeggen, maar volstaat het om het betreffende boekje opengeslagen op tafel te leggen. Hij gaat er dan zelf mee aan de slag. Wanneer ik merk dat hij moe begint te worden (en dat merk ik dan bijvoorbeeld aan dat hij veel slordiger wordt of sneller afgeleid raakt), vraag ik hem of hij wil stoppen. Soms heeft hij zelf namelijk niet in de gaten hoeveel energie het hem kost, dan kun je beter even iets anders doen en later vol frisse moed weer verder. Stel je voor dat je zelf een nieuwe taal leert, dat is superintensief, omdat je op veel tegelijk moet letten/veel moet onthouden. Zo is het ook voor een kleuter.

Oefen spelenderwijs

De meeste schrijfboekjes voor kleuters zijn automatisch al zo ingericht dat er oefeningen in zitten die lijken op spelletjes. Breng de juiste letter naar het juiste huisje, dat soort dingen. Daarnaast kun je natuurlijk ook mooi educatief materiaal vinden waarbij ze impliciet oefenen met lezen, terwijl ze ondertussen kwartetten. Dit leeskwartet kocht ik bijvoorbeeld eens voor € 0,25 in de kringloop en blijkt een grote hit. We hebben het al heel vaak gespeeld. Deze schrijfschriftjes kocht ik ook voor € 0,25 in de kringloop. Vaak is Elia tijdens het ontbijt al bezig hiermee :).

Niet verbeteren, maar vragen

Deze is zo voor de hand liggend voor mij als docent, maar misschien niet voor iedereen. Daarom noem ik hem toch maar. Uit onderzoek is gebleken dat je het meeste leert van je fout als je de kans krijgt om hem zelf te verbeteren. Elia haalt de ‘d’ en de ‘b’ nog wel eens door elkaar. Dan leest hij dus ‘doek’ in plaats van ‘boek’. Ik zeg dan nooit: “Dit klopt niet” of “Het is ‘boek’“. In plaats daarvan wacht ik eerst even (het zal je verbazen hoe vaak hij zichzelf dan al verbetert!) en anders zeg ik niets, maar houd ik alleen mijn vinger bij het verkeerd gelezen woord. Zijn aandacht gaat er dan automatisch weer naartoe en zonder dat ik ook maar iets hoef te zeggen, leest hij het opnieuw. Soms stelt hij mij ook een vraag, bijvoorbeeld: “Wat staat hier?“. Mijn eerste reactie is dan – net als bij mijn leerlingen – om de vraag terug te kaatsen. “Wat denk je zelf?” dus, of “Heb jij een idee?“. Natuurlijk ben ik de beroerdste niet om te helpen als hij er écht niet uitkomt, maar volgens mij ontnemen ouders hun kinderen vaak onbewust de kans om van dit soort momenten te leren door te veel te verbeteren.

Focus op vorm én inhoud

Er is een (groot) verschil tussen technisch lezen en begrijpend lezen. Kort samengevat is technisch lezen dat je weet wat er letterlijk staat, dat je de juiste letter/klank-koppeling kunt maken. Omdat dat de start is, lezen jonge kinderen dus ook (alleen maar) hardop. Begrijpend lezen gaat een stapje verder dan dat en gaat om, jawel, begrip. Dus niet alleen op letter- op woordniveau, maar overkoepelend, op zins- en tekstniveau. Technisch lezen (de ‘vorm’) is de basis van al het lezen. Dat is ook wel logisch: als je moeite hebt met het ontcijferen van een enkel woord, is de kans klein dat je het hele plaatje kunt overzien. Nogal logisch dat de nadruk in het begin dus ligt op technisch lezen. Toch is het ook dan al goed om af en toe ook het begrip te testen, bijvoorbeeld door vragen te stellen als: “Wat is er gebeurd?“, “Wat heeft Dolfje gedaan?“, “Waarom is de kip daar?“. Het geeft niet als je kind het antwoord niet (direct) weet, maar uiteindelijk hoop je dat hij gaat inzien dat woorden samen zinnen maken en zinnen een heel verhaal en dat dat allemaal met elkaar samenhangt en betekenis heeft.

Het allerbelangrijkste: houd het leuk! Straal plezier uit, maak van elk boek opnieuw een feestje, vul de kast met aansprekende titels in mooie kleuren en geniet samen met je kleuter. Leeskilometers maken is een absolute noodzaak voor wie goed en snel wil leren lezen, dus ga ervoor. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *