
Je kunt alles zeggen over chocola, maar mijn kinderen gaan ervan stuiteren. 5 inzichten over suiker.
Ik maak graag grapjes over de nieuwe vegan snuiters, suikerontwijkers, de glütenintoleranten en onze nieuwste aanwinst van de afgelopen paar jaar: de havermelkgeneratie. Maar eerlijk: ik ben er stiekem zelf ook een. Een cappuccino met havermelk, vegetarisch koken m.u.v. twee dagen in de week en zo kan ik er nog wel een paar noemen. En tja, geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om me hiervoor te schamen hoor.
Maar er zijn wat mensen in mijn omgeving die wel vraagtekens zetten. Zeker als het gaat om suiker en de invloed die het heeft op mijn kinderen. Als ze een boterham met Nutella of een chocoladetaartje gegeten hebben, zitten ze een paar seconden later schuivend met hun billen op hun stoelen en is het nóg meer likely dat ze elkaar in de haren vliegen.
Vandaar dat ik het tijd vond voor vijf interessante inzichten over suiker en de verslaving die wij onszelf en onze kinderen aandoen. Hoe pijnlijk het ook is, want: waarom worden Kobe en Vicky hier zo onrustig door? Ligt het echt aan suiker, of meer aan overall wat ze eten tijdens de lunch bijvoorbeeld?

1 | Suiker zorgt voor een suikerdip. Dat betekent dat je prima de vergelijking met koffie kunt maken. Drink je een ochtend geen koffie, krijg je hoofdpijn, omdat je lichaam er op die manier naar vraagt. Vicky eet over het algemeen veel. Echt veel. Zou dit ook onderdeel kunnen zijn van haar ‘suikerverslaving’?
Dit is wat ik lees op ‘leefpuurnatuur’: Onderzoek laat zien dat suiker eerst leidt tot een energiepiek, waarop je energiepeil al snel daalt. Dit kan eveneens leiden tot vermoeidheid (bron: dr. C. Dean in The Magnesium Factor).
2 | Vierjarige kinderen in Nederland (en België) zijn rond juli vaak al op hun suikermaximum, las ik op een RTL artikel (bron: Foodwatch). Hier schrok ik wel even van. Maar toen ik ook las dat veel kinderen op dagelijkse basis fruitsap, fristi of chocoladekoeken aten, dacht ik ook: ok, dat doen Kobe en Vicky dan weer niet. Maar toch, juli?! Waar komen al die suikers vandaan, zou ik dan denken.
2 | Quest onderzocht de mythe, die ik aan de keukentafel dus juist wel ervaarde: “Van suiker worden kinderen druk.” Dit is wat ik las uit een onderzoek:
Bij een onderzoek, aan onder meer de University of Kentucky (VS), kregen kinderen suiker toegediend terwijl hun ouders juist dachten dat ze géén suiker kregen. Wederom: het kroost werd geen spatje drukker. Maar opvallender nog: nadat ouders dáchten dat hun kinderen suikerrijke drankjes dronken, terwijl die drankjes in werkelijkheid suikervrij waren, beoordeelden zij het gedrag van hun kinderen ineens als stukken drukker. Kortom: het zit allemaal in de hoofden van de vaders en moeders.
Zou het dan echt allemaal tussen mijn oren zitten? Dat bilschuiven komt misschien gewoon omdat ze tijdens zo’n lunch te lang stilzitten, omdat ze zich vervelen?

3 | De voedingsdeskundige bij kidsenkurken.nl geeft iets heel interessants aan, wat een tikkeltje ‘leugenachtige marketing’ blijkt te zijn in supermarkten:
“Op veel producten staat vaak de benoeming ‘geen toegevoegd suikers’ of ‘bevat natuurlijke suikers’. Met name op producten gericht aan kinderen zie je dit veel staan. Het lichaam maakt echter geen onderscheid tussen de suikers, ze worden allemaal op dezelfde manier verwerkt en afgebroken tot glucose.”
4 | Wat ik overal lees is dat je in principe niet zonder suiker kunt. Het zit natuurlijk ook in fruit, mais, brood en tomaten (ja, echt!). Er zijn veel goede suikers, die je lichaam ook daadwerkelijk nodig heeft.
5 | Het onrustig worden ligt volgens gezondeten.nl op de categorie voedingsstoffen, vooral op het feit dat ze hun darmen voelen en buikpijn krijgen.
Mijn conclusie:
Ik kan het niet voorkomen, dus: Doe. Het. Met. Mate. En. Bewust.