Langzaam lopen en veel vaste routines. Waarom ik (niet) voor het moederschap in de wieg gelegd ben.

*Foto door Ayla Maagdenberg

Laatst gaf een vriendin aan dat ze soms wel eens dacht ‘niet voor het moederschap gemaakt’ te zijn. Zo houdt zij bijvoorbeeld helemaal niet van meerdere kinderen om zich heen hebben, maar ontkomt ze daar toch niet aan nu haar zoon naar school gaat en soms een vriendje meeneemt.

Dat zette mij aan het denken: zijn er eigenschappen die iemand meer of juist minder geschikt voor het moederschap maken? En welke zijn dat dan bij mij? Alle voors en tegens op een rijtje…

Waarom ik voor het moederschap gemaakt ben

  • De eerste die bij mij opkomt: ik hou ervan om de tijd voor dingen te nemen. Ook voor eenvoudige dingen. Naar de supermarkt lopen, maar ook ontbijten of voorlezen. Ik heb zelden haast, omdat ik er dus ook de tijd voor neem. Een goede combinatie met kinderen, want zij houden ook van de tijd voor dingen nemen :-). Ik vind het ook helemaal prima om een hele dag niks te doen te hebben, ik vermaak me wel.
  • Ik ben geduldig. Niet per se van nature volgens mij, maar het is iets dat ik in de tien jaar dat ik voor de klas sta, heb geleerd. Ik doe dingen met liefde tien keer voor of leg het nog een keertje en op een andere manier uit als iemand het niet begrepen heeft. Dit hangt natuurlijk ook samen met het eerste punt.
  • Ik vind (bijna) alle kinderen leuk. Dus niet alleen mijn eigen. Als er een vriendje van Elia komt spelen, vind ik dat oprecht alleen maar gezellig. Tegen een kinderverjaardag kan ik soms opzien omdat het druk is, maar niet omdat ik liever niet veel kinderen om me heen heb. Want dat vind ik juist leuk (ik ben niet voor niets juf….).
  • Rust, reinheid en regelmaat waren al lang voordat ik kinderen kreeg belangrijke thema’s in mijn leven. Zonder genoeg van die drie, voel ik me onrustig.

Waarom ik niet voor het moederschap gemaakt ben

  • Ik ben heel erg graag alleen. Dat vind ik het moeilijkste aan samenwonen met een partner: dat er steeds minder momenten overblijven waarop je alleen bent. Terwijl ik die momenten niet alleen koester, maar ook nodig heb. Met kinderen om je heen, zeker als ze nog klein zijn, worden die momenten nóg schaarser.
  • Ik verlang geregeld naar stilte. Zeker na een werkdag of een andere dag met weinig rustmomenten, wil ik het liefst even (alleen) in een stille ruimte lezen ofzo. Tegenwoordig lukt dat soms zowaar eventjes terwijl de jongens beneden (of juist boven) aan het spelen zijn, in den beginne was dat echt ondenkbaar. En kinderen maken nu eenmaal (veel) lawaai.
  • Ik heb een beetje smetvrees. En dat is absoluut geen goede combinatie met kinderen die stroop aan hun mouw afvegen, bekers melk omstoten en ’s winters met grote snottebellen rondlopen… brr.

Dus?

Volgens mij heeft ieder mens, iedere ouder, zowel eigenschappen die wel goed bij het ouderschap passen als eigenschappen die er juist niet zo handig voor zijn.

Van sommige eigenschappen wist je misschien niet eens dat je ze – in die mate – bezat, totdat je een kind had. En andersom ook. Ouderschap én persoonlijke eigenschappen zijn allebei ook niet statisch, maar veranderlijk. En dat is maar goed ook.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *