
‘Maar zo hoort het toch?’ De leukste discussie je met mij kunt hebben.
Of er een beige t-shirt wel of niet bij een blauwe broek past. Of je altijd je haar in een staart, knot of vlecht moet of het met een speldje naar achter moet schuiven. Of je je als meisje altijd als een meisje moet gedragen. Of wanneer je een jongen bent, als jongen. ‘Wel een beetje stoere kleren dragen he,’ of ‘Je moet Vicky wel iets in haar haar doen, zoals een vlecht.’
Maar, de vraag die ik altijd heb: wie bepaalt er hoe iets hoort? Wie bepaalt de norm? Wie bepaalt wat netjes is en wat slordig of slonzig? Wonen we in een land waarin we altijd matchende kleren aan hebben? Wonen we in een land waar iedereen in hokjes past en zich moet gedragen naar wat zogenaamd hoort? Voor een deel gelooft men dit vast. Toch hoop ik, en denk ik ook, dat ons land de goede kant op gaat. Dat steeds meer mensen zich vertrouwd voelen om zelf te bedenken welke kleren ze aan doen, dat steeds meer mensen zich ‘afzetten’ tegen de standaard en gewoon hun eigen ding durven te doen 🙂
Hoe ik dit bij mijn eigen kinderen probeer mee te geven? Ik zet het op een rijtje:

- ‘Heb je je broek verkeerd om aan, Kobe?’ Als Kobe zich ’s ochtends heeft aangekleed en zijn gulp zit aan de achterkant, is het enige wat ik aan Kobe vraag is of het per ongeluk is of dat hij dat bewust doet. Als hij zegt dit bewust te doen, stimuleer ik dit alleen maar. Als hij hem toch omdraait als hij het toch vervelend vindt zitten, dan draait hij zijn broek gewoon weer recht en dat is dan prima.
- Roze is wel voor jongens, maar ook prima voor meisjes. Ik wil Vicky niet per sé géén roze aandoen, maar Kobe ook niet forceren om het wel te doen. Ik laat het gewoon aan henzelf. Vicky houdt heel erg van roze en Kobe haalt gemakkelijk een roze of andere ‘zachte’ kleur uit zijn kast. Ik doe er gewoon niet te spastisch over. Er zijn allerlei kleuren en ik laat het aan Kobe en Vicky wat ze mooi vinden. En toevallig is roze één van die kleuren.
- Zelf keuzes leren maken. Een opvoedingstip die ik van alle kanten heb gekregen is: geef ze een keuze. Wel met twee opties die beide binnen een straal van bereikbaarheid liggen, natuurlijk. Maar ik probeer Kobe en Vicky twee of drie mogelijkheden te geven zodat ze zelf hun keuzes kunnen maken. Dit houdt wel in dat ik een voorselectie maak. Bij strijd als Vicky zegt, bijvoorbeeld: ‘IK WIL NIET MIJN TANDENPOETSEN!‘ vraag ik haar: ‘Wil je met deze tandenborstel je tanden poetsen, of met deze?‘
- Ik probeer nooit dingen te zeggen als: ‘zo hoort het’ of ‘dat doet iedereen in je klas’. Want, wat iedereen doet of hoe ze het doen, hoeft niet te betekenen dat dát de juiste manier is. Ik probeer de kindjes zelf naar hun gevoel te laten luisteren. Voelt het goed, comfortabel, of jeukt het aan alle kanten?
- Ook probeer ik ze mee te geven dat er geen perfect lichaam bestaat. De beetje dikke billen van mama? ‘Die zijn zo lekker om in te knijpen, voelen echt als kussentjes.’ Of wanneer Vicky vraagt waarom ik een snorretje heb? Dan vertel ik haar dat ik dit niet altijd fijn vind zitten, dus dat ik die haartjes wel soms weghaal. In plaats van dat ik zeg dat wij als vrouwen geen snor horen te hebben… Diëten? Nee, dat doen we hier in huis niet. Gewoon gezond eten, met mate en voldoende variatie vind ik zo veel belangrijker. Dat wil ik ze meegeven.
Ik besefte ook toen ik dit schreef: wat een mooie generatie groeit er op dit moment op! Een jonge generatie die luistert naar hun gevoel, die afgaat op wat van binnen speelt in plaats van te veel de buitenwereld hen te laten beïnvloeden. Een generatie die durft te experimenteren en af en toe out of the box kleren aan te trekken of gekke muziek te luisteren. Als jongen nagellak naar school te dragen, whatever 🙂
Dit is écht mijn tijd. Ik vind het bijna jammer dat ik als 12-jarige niet in deze wereld leef. Wat had ik me thuis gevoeld…