
Van dagelijkse trend tot verboden woord. Waarom ik vroeger altijd ‘sorry’ zei.
Het was mijn standaard woord. Ik kon altijd wel iets bedenken waarvoor ik mezelf moest excuseren. Omdat ik iets geks zei, omdat ik ergens tegenaan stootte, omdat ik mijn ontbijt uit de koelkast haalde.. Ja, vooral die laatste hè, ik zei dus ‘sorry’ op allerlei random momenten. En waarom? Alleen maar omdat ik van tevoren al bang was dat ik iemand zou kwetsen. Ik was bang om iets stoms te zeggen én ik was bang voor andermans mening. Als je jezelf dan maar alvast excuseert, kan er niet veel mis gaan, toch?

Bevestiging
Ik heb blijkbaar een enorme drang naar en behoefte aan bevestiging van anderen. Als ik ook maar een klein beetje het gevoel had (toen dus) dat iemand mij minder leuk vond, dan kon ik met ‘sorry’ of een sip gezicht altijd wel even kijken hoe diegene over me dacht.
En meestal, na zo’n woordje, ging alles weer goed. En nu? Nu heb ik geleerd om te vertrouwen op liefde en vriendschap. Heb ik geleerd dat
1. iets stoms doen;
2. hard zijn tegen iemand;
3. mijn mening geven over iets die anders is dan die van de ander,
niet hoeft te betekenen dat je minder leuk gevonden wordt.
Waar kwam ik hierachter?
Op een camping in Frankrijk staarde M. me aan. We hadden een discussie gehad en ik kwam niet meer uit mijn woorden. M. had me ‘klem’; had de discussie ‘gewonnen’. Of ik had gewoon kunnen zeggen dat we ‘agree to disagree’. En nee, het onderwerp van de discussie weet ik niet eens meer. M. was er aardig hard ingegaan en ik was daarvan geschrokken. Tranen schoten in mijn ogen en ik wilde me al verontschuldigen voor mijn tranen en voor mijn zwijgen. ‘Zeg dan wat je vindt,’ zei M. toen. Licht geïrriteerd omdat we midden in een discussie zaten en ik stokte. ‘Ga je nu weer huilen, zoals je altijd doet?’ zei hij toen.
Die kwam aan.
Maar eigenlijk was dat het omslagmoment. Het was precies wat ik nodig had. Een besef dat dit niet langer kon. Ook een besef dat M. niet weg zou rennen van me als ik het een keer niet met hem eens zou zijn, als ik een keer niet zomaar ‘sorry’ zou zeggen.
Na dat moment begon ik mezelf te trainen. Vuisten knijpen als ik tranen voelde opkomen en praattraining. Ook kreeg ik rust in de relatie die ik met M. voelde. Ik wist dat ik stomme dingen kon doen, of iets kon vergeten, zonder dat hij weg zou rennen of boos zou worden. En boy, wat gaf dat me rust. Ik zei alleen nog ‘sorry’ op de momenten dat het moest of nodig was. En los van de hormonale uitschieters huilde ik (en huil ik nog steeds) niet zomaar, niet zonder aanleiding.
3 tips voor minder sorry.
- Op de werkvloer had ik hier ook moeite mee. Want o, wat konden sommige collega’s heftig zijn. Ik las ‘Girls Don’t get the corner Office’.
- Maak een lijst met momenten waarop jij je het meest excuseert. En leer deze (h)erkennen.
- Klets erover met iemand. Iemand in je omgeving die dichtbij je staat en die je vaak spreekt, vertrouwt. Iemand die je een tikje kan geven tegen je arm als je weer ‘es sorry zegt 😉
Maar de grootste learning blijft; je moet dit zelf doen. Help jezelf herinneren dat niemand erbij gebaad is als jij niet vertelt wat je mening is of je niet uit. Alleen jij voelt je er minder comfortabel door…
Kortom: ik ben mega blij dat ik afscheid heb genomen van ‘sorry’. En ik ben daarnaast blij dat de momenten dat ik wél sorry zeg, meer waarde en kracht hebben :).