“Jouw kinderen spelen echt altijd samen hè?”. Over de band tussen de broers.

*Foto’s door Ayla Maagdenberg

Over de band tussen mijn kinderen heb ik al vaker geschreven, bijvoorbeeld in de blog Het begin van de onbreekbare broederband en in de blog Beste vrienden voor altijd. Die laatste is ook alweer een jaar oud, dus leek het mij tijd voor een update.

De gedachte aan een update kwam bij me op toen ik (tot twee keer toe) een gesprek voerde met een andere moeder in de speeltuin, waar ik mijn boek zat te lezen terwijl de jongens speelden (want ja dat soort dingen kunnen nu dus gewoon!). Beide vrouwen merkten op dat Elia en Noël heel vaak en goed samen spelen. “Jouw kinderen spelen echt altijd samen, hè?” zei vriendin T. een tikkeltje jaloers terwijl ze naar ze keek.

T. heeft zelf twee zoons die iets meer schelen, zo’n drie jaar, maar die niet heel vaak samen spelen. Liever doen ze allebei hun eigen ding.

Dat laatste – ieder doet zijn eigen ding, zonder interactie – komt hier echt bijna nooit voor. De keren dat Noël met iets speelt en Elia met iets anders (of ergens anders) zijn zeldzaam. Als ze allebei thuis zijn, spelen ze 99% van de tijd met elkaar. Dat is al best lang zo. Natuurlijk niet toen Noël een baby was, want met een baby valt weinig te spelen, maar vanaf dat hij ongeveer 1,5 jaar was, werd hij als speelpartner geaccepteerd door zijn grote broer. Nu hij daadwerkelijk kan praten en zelf ook meer initiatief neemt in bijvoorbeeld rollenspellen, gaat het samen spelen alleen maar beter.

Een klein leeftijdsverschil

Vriendin T. vroeg me of ik zelf nog iets gedaan had om dit (twee kinderen die altijd samen spelen) voor elkaar te krijgen. Het antwoord is nee. Ik denk – jaja, hier komt ‘ie weer – dat dit een van de voordelen is van een relatief klein leeftijdsverschil én van het feit dat het beide jongetjes zijn die gedeelde interesses hebben (niet dat een meisje en een jongen dat niet kunnen hebben).

Wat ik trouwens wél vaak bewust doe, is ze ‘grote broer’ en ‘broertje’ noemen. Dan zeg ik bijvoorbeeld tegen Elia: “Wil je je broertje even helpen?” of tegen Noël: “We gaan je grote broer ophalen.” Ik las ooit ergens dat dat wenselijk is, omdat ze zich dan meer bewust worden van hun onderlinge relatie. Geen idee of dat werkt hoor.

Geluk

Nog meer dan het leeftijdsverschil denk ik dat het vooral geluk is dat ze het zo goed met elkaar kunnen vinden. Net zoals het geluk is als je kind een goede slaper is. Sommige dingen zijn gewoon zo.

Verder zijn Elia en Noël heel verschillend qua karakter, maar vullen ze elkaar daardoor juist ook goed aan. Zo durft Elia minder, maar kan hij meer, omdat hij toch twee jaar ouder is. Daarom hoeft hij toch niet onder te doen voor zijn dappere kleine broertje. Noël kijkt op zijn beurt op tegen zijn grote broer en vraagt hem tegenwoordig ook vrij vaak om hulp, bijvoorbeeld bij het maken van een puzzel. Elia helpt hem dan ook heel geduldig. Zo lief!

Een vriendje van Elia (M.) heeft een zusje, met wie hij weinig speelt. Zijn moeder is zwanger van de derde. M. zei dat hij hoopte dat het een jongetje werd, want dan had hij ook een broertje om mee te spelen. Waarop Elia blij uitriep: “Ik heb Noël!

Ruzie

Nou, dat klinkt allemaal ideaal toch? Maken ze dan geen ruzie? Zeker wel. Het zou ook vreemd (en een tikkeltje ongezond bijna) zijn als ze dat nooit deden.

Dus ja, ze maken ook ruzie. Meestal omdat ze allebei met hetzelfde willen spelen (de keerzijde van die gedeelde interesses) en de een het van de ander afpakt. Soms ook omdat ze zo wild aan het stoeien zijn dat de een de ander – per ongeluk of expres – pijn doet en die ander een klap terug geeft. Dat hoort er ook bij, daar leren ze van. Maar over het algemeen zijn ze nog steeds behalve broers ook beste vrienden :).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *