
De wiebeltand.
Kobe zijn ondertand zit los. Maar echt, tot aan een draadje. Het brengt kippenvel over mijn hele lichaam. Ik kan me nog zo herinneren hoe ik hele avonden – of hele nachten – bleef wiebelen aan die losse tand. Het gaf me zo veel voldoening om uiteindelijk die tand te kunnen draaien en eruit te kunnen trekken. Al voelde het toch ook heel gek. Zo’n wit hard ding dat je je mond uit trekt. Of eigenlijk trek je simpelweg je tandvlees kapot. Zo voelt dat tenminste.
Waarom schrijf ik hier een blog over? Nou, omdat ik denk dat het best wel een grote gebeurtenis kan zijn én omdat ik denk dat ik nog wat tips nodig hebt (hoe ga ik hiermee om?).

Stress in het koppie
Allereerst: Wat gaat er allemaal in dat koppie om? Kobe vindt het maar een spannende gebeurtenis. Niemand mag eraan zitten en hij lijkt echt een beetje in shock. Ik probeer hem te vertellen dat er een andere tand onder de melktand wacht en dat het niet erg is om een beetje te wiebelen. Maar hier werd hij weer onrustig van: ‘moet hij er dan niet snel uit?’ Gelukkig niet, las ik op een site van een tandartspraktijk:
Door het lichaam wordt er een handig stofje aangemaakt dat de wortel van de melktand of -kies langzaam oplost. Hierdoor valt het melkgebit er uiteindelijk gemakkelijk uit en wisselen we van gebit.
GEDULD
Wel moet je met het zelf trekken van een tand wachten totdat hij los genoeg zit. Daarmee voorkom je onnodig veel pijn en bloedvergieten. Een tand die er klaar voor is, gaat er vrijwel pijnloos en met een klein beetje bloed uit.
En als je er écht klaar mee bent…
Mocht je er echt klaar mee zijn, kun je zoals dit meisje een pijl en boog gebruiken om haar tand eruit te krijgen:
Of met een monstertruck kan natuurlijk ook…
Al met al is en blijft het een ingrijpende gebeurtenis en wil ik Kobe niet te veel forceren. Uitspraken als ‘hij moet eruit’ vermijd ik dan ook. Het vergt geduld, net als al die andere dingen in het ouderschap…