
Ik ben elke dag weer blij als ze in bed liggen.
Gisteren bracht ik de jongens naar bed. Na vrij lang voorgelezen te hebben, eerst in het bed van de een, toen in dat van de ander, gingen ze gelukkig relatief snel lief slapen. Wanneer ik dan hun kamer uitloop en de deur achter me dicht trek, ben ik elke dag weer blij.
Dat klinkt een beetje alsof ik zit te wachten op het moment dat ik ‘vrij’ ben, maar zo is het niet precies (deels wel). Overdag vind ik het – meestal – gezellig om met ze te zijn. Beetje spelen, beetje knutselen/educatieve spelletjes aan tafel, beetje buitenspelen of boodschappen doen. Tussendoor kom ik steeds meer toe aan mezelf, aan wat ík wil, maar tussendoor moet ook nog het huishouden gedaan, de kat gevoerd etc. En, ook al ben ik bijvoorbeeld boven de was aan het ophangen terwijl zij beneden spelen, écht 100% relaxt is dat nooit. Ik ben altijd op mijn hoede – oren gespitst, klaar om naar beneden te gaan wanneer de vreugdekreten overgaan in ruzie. Inmiddels kunnen ze de meeste ruzies gelukkig ook prima met onderling oplossen, maar feit blijft dat het jonge kinderen zijn die ik niet heel lang alleen (als in: alleen beneden) kan laten. En dat hoort erbij, en wist ik van tevoren.
Maar toch is de impact soms groot. Kinderen beperken je nu eenmaal in je persoonlijke vrijheid, hoe je het ook wendt of keert. Dat betekent niet dat ze geen toevoeging aan je leven (kunnen) zijn of dat ze niet óók veel brengen dat je anders nooit gehad had, maar ze vragen ook veel. Aandacht. Tijd. Verzorging. Meestal vind ik het niet erg om dat te geven, het wordt ook automatisme naarmate je het langer doet. Maar dat wil niet zeggen dat ik de volledig ‘vrije’ momenten niet koester.
Volledig vrij is trouwens ook niet waar, want ook als ze slapen ben ik beperkt, in die zin dat ik het huis niet zomaar kan verlaten. Met oud & nieuw gingen we bijvoorbeeld spelletjes spelen bij de overburen. In theorie had ik ze toen alleen, slapend, thuis kunnen laten, maar in de praktijk durfde/wilde ik dat toch niet. Dus kwam mijn moeder, die gelukkig dichtbij woont. Zij heeft hier toen in de woonkamer gezeten – niemand is wakker geworden.
Ik voel me dan ook absoluut niet schuldig of een slechte moeder als ik toegeef dat ik elke dag weer blij ben als ze slapen. Dan ga ik naar beneden, ruim ik het laatste restje vaatwasser in, en dan is de me-time aangebroken. Vroeger, toen ik nog een baby had, was ik nog veel blijer – tegenwoordig heb ik soms ook me-time in hun bijzijn. Die ik opvul met spelletjes met mijn vriend verloofde, een boek lezen, een serie kijken op Netflix of sinds kort Rollercoaster Tycoon spelen op de Nintendo Switch ;). In elk geval kan ik dan helemaal zelf beslissen wat ik wil doen en wanneer. Dat doet niets af aan de liefde voor hen, of aan het feit dat ik mijn leven voor ze zou geven. Het kan gewoon naast elkaar bestaan. Tijd met de kinderen, én tijd voor mezelf. En van allebei kan ik echt genieten, juist omdat ze elkaar afwisselen. En dat is goud waard.