
“Nog een liedje.” Creatieve manieren waarop mijn peuter tijd rekt in zijn bed.
Kijk dit ondeugende koppie… Als je dat ziet, weet je gewoon dat dit eigenwijs ventje is! En een grappig jongetje, dat ook. Ik lig heel vaak in een deuk om hem. Soms zelfs wanneer het tijd is om te gaan slapen maar meneer allerlei manieren bedenkt om tijd te rekken. Van de klassieke ‘nog een boekje’ of ‘nog een liedje’ tot veel creatievere dingen. Lees mee:
“Boekje lezen?”
Deze vraag wordt standaard gevolgd door ‘nog een boekje?’, en, als dat niet werkt, een bevel: ‘Nog een boekje!!!’. Er waren tijden dat ik daaraan toegaf, ook omdat ik voorlezen zelf hartstikke leuk vind, maar inmiddels ken ik hem langer dan vandaag en weet ik dat dit slechts het begin is van een trukendoos vol smoesjes…
“Mama liedje zingen!”
Prima, zou je denken. Dat dacht ik ook. Maar ik moet niet alleen (1) liedje zingen. Nee, ik moet eerst álle liedjes die meneer kent opnoemen, waarna hij uitgebreid de tijd neemt om uit die lijst een liedje te kiezen. Is dat liedje afgelopen, dan volgt natuurlijk ‘nog een liedje’ en moet de lijst ook weer opnieuw opgenoemd worden. Hij kiest overigens wel vaak verschillende liedjes uit, dat moet ik hem meegeven ;-).
“Wie is Jakje? Wat stoomboot? Waar Spanje?”
Ben ik dan eenmaal begonnen met zingen, dan is het niet zo dat ik een liedje van A tot Z achter elkaar kan uitzingen. Nee, tussendoor grijpt meneer ongeveer iedere zin of onbekend woord aan om er een vraag over te stellen. Zing ik bijvoorbeeld Altijd is Kortjakje ziek (wisten jullie trouwens dat Kortjakje een meisje is?), dan wordt die zin steevast gevolgd door: “Wie is Jakje? Waarom ziek? Wie is Jakje mama!”. En zing ik Zie ginds komt de stoomboot – want mijn repertoire overstijgt tijd en traditie – dan moet ik elke keer opnieuw uitleggen wat een stoomboot is en waar Spanje ligt.
“Ik hoor iets.”
Dan hoort hij ineens iets beneden. Een geluid! Ik zeg dan meestal dat het vast onze poes is. Dan komt hij met zijn eigen theorieën: “Misschien een poesje. Misschien… een mens! Misschien papa… misschien een papapoesje!”. En zo een tijdje verder. Hier moet ik dan om lachen, wat hem motiveert om nog een tijdje door te gaan.
“Ik zit klem.”
Noël slaapt met gemiddeld een stuk of zes knuffels in zijn bed, waaronder een paar grote en een paar kleine: Nijntje, Nina, Rubble, koetje, vleermuisje en beertje. Verder ligt hij zelf natuurlijk in dat bed, en ik dus ook (ja, ik lig elke avond in bed bij mijn bijna driejarige en ik vind dat prima). Je kunt je voorstellen dat het dan een krappe toestand is. Vooral omdat alle knuffels ook precies zoals hij moeten liggen, dus op hun buik met alleen hun hoofd boven de deken. En dan ook nog in een rijtje. Verder moet ik dan ook nog dicht bij hem liggen, zodat ik hem goed kan aaien (zie ook het volgende punt). Lig ik te ver weg, dan hoor ik “opschuiven, opschuiven“. Vorige week zei hij, nadat ik zo ver opgeschoven was als ik kon: “Ik zit klem.” Hilarisch toch…
“Mama mij aaien / krabben.”
Als hij dan eindelijk iets slaperiger begint te worden, wil hij meestal geaaid worden. Op een specifieke manier en plaats (meestal is dit aan de bovenkant van zijn rug, maar soms ook ineens in zijn zij of over zijn been). Toen hij een tijd geleden wat muggenbultjes had, krabde ik hem ook wel eens zachtjes. Blijkbaar vond hij dat ook een zeer aangenaam gevoel, want sindsdien moet ik ook vaak krabben – wat hij dan heel schattig uitspreekt als ‘kwabben’. En dat natuurlijk ook weer op allerlei plekjes waar hij op wonderbaarlijke wijze ineens jeuk heeft…
Grapjes
De aai- of krabfase is meestal de laatste fase die we ingaan voordat hij dan toch écht in slaap valt. Maar zelfs hier presteert hij het om soms ineens, als ik denk dat hij al bijna slaapt, een grapje uit te halen. Dan ligt bijvoorbeeld ineens vleermuisje op mijn neus. Of hij draait zich om op zijn rug, trekt de deken tot net onder zijn ogen en zegt: “Kijk mama, ik ben boef!”
En een boef… dat is hij zeker. Je vraagt je nu misschien af: duurt dat naar bed brengen dan niet een eeuwigheid? Soms wel ja. Meestal duurt het tussen de 10 (snel) en 30 (langzaam) minuten. Ik heb niet altijd zin om zo lang in dat peuterbed te liggen, maar tegelijkertijd wil ik ook niet dat het afgelopen is. Het is namelijk een van de zeldzame momenten op een dag dat hij enorm knuffelig is en letterlijk heel dichtbij me wil zijn. En ook een van de zeldzame momenten dat ik kan kijken naar hoe hij slaapt, zijn warme adem op mijn wang voel en heel even terugga in de tijd, naar toen hij nog een kleine baby was – alweer bijna drie (!) jaar geleden.