35 zinnen die ik vaak tegen mijn kinderen zeg

Grappige uitspraken van mijn kinderen heb ik al vaak opgeschreven en gedeeld. Uitspraken van mezelf nog nooit.

Het leek me leuk om later, als ze pubers zijn ofzo, terug te kijken op deze periode waarin we heel veel samen thuis waren en ik dus ook heel vaak dezelfde (soort) dingen tegen ze zei. Dingen die mensen zonder kinderen zelden zeggen ;-). Veel retorische vragen, maar ook vriendelijke verzoekjes. Deze zinnen komen andere ouders van peuters/kleuters vast wel bekend voor…

  1. Zie ik eruit alsof ik daar nu tijd voor heb?
  2. Na 29 komt 30.
  3. Het is echt nog te vroeg om op te staan.
  4. Wat zei ik nou net?
  5. Het water moet in het bad blijven.
  6. Je verjaardag is nog … nachtjes slapen.
  7. Zonder schoenen kunnen we niet naar buiten.
  8. Probeer het eerst even zelf.
  9. Nu even niet.
  10. Bedoel je op televisie of in het echt?
  11. Waar zitten je oortjes?
  12. Je mag dit echt nooit in je mond stoppen.
  13. Vraag het maar aan je vader.
  14. Waar is je broertje?
  15. Je weet pas of je het lust als je het geproefd hebt.
  16. We eten niet elke dag ijs.
  17. Waarom doe je dat nou?
  18. Ik denk de rode auto.
  19. Nee, ik heb geen piemel.
  20. Ik zit naast je dus je hoeft niet zo te schreeuwen.
  21. Wat zeg je dan?
  22. Het is geen wedstrijd.
  23. Een walvis is het grootste dier op de wereld.
  24. Hij had het eerst.
  25. Je mag tot de lantaarnpaal en dan weer terug.
  26. Ik heb al drie liedjes gezongen.
  27. Ziet hij eruit alsof hij dat leuk vindt?
  28. Ga maar weer slapen.
  29. Het bord met Micky Mouse zit in de vaatwasser.
  30. Waar heb je dat gevonden?
  31. Ik moet helemaal niks.
  32. Wat denk je zelf?
  33. Niet spelen op de trap.
  34. Omdat ik het zeg.
  35. Wie is het leukste / liefste / mooiste jongetje van de hele wereld?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *