
En ze leefden nog lang en gelukkig. De voordelen van voorlezen.
(Voor)lezen. Ik houd ervan. Van alles wat met boeken, papier, woorden en letters te maken heeft eigenlijk. Niet voor niets heb ik Nederlands gestudeerd met een specialisatie in (moderne) literatuur. Al lang voordat ik moeder werd, wist ik: ik ga mijn kinderen omringen met boekjes. In alle kleuren en formaten. Nu, vier jaar later, lees ik ook Elia’s kleuterklas wekelijks een halfuurtje voor.
Als kind werd ik veel voorgelezen. Toen ik echt nog klein was door mijn moeder, later (op de basisschool) vooral door mijn vader. Ik koester daar warme herinneringen aan, het was misschien wel mijn lievelingsmoment van elke dag. Ook toen ik al lang zelf kon lezen, vond ik het nog steeds fijn om voorgelezen te worden.
Behalve leuk, is voorlezen ook nog eens heel goed voor de ontwikkeling van een kind. Waarom?
De voordelen van voorlezen
- Het meest voor de hand liggende argument: voorlezen vergroot de woordenschat van een kind. Ik merk zelf soms dat ik tijdens het voorlezen de neiging heb om bepaalde ‘moeilijke’ woorden te vervangen door een woord dat Elia zeker kent, maar eigenlijk is dat juist geen goed idee. Hij kan namelijk prima uit de context en uit de tekeningen afleiden wat een bepaald woord betekent. Ik zou het dus beter ‘gewoon’ kunnen voorlezen of het anders uitleggen.
- Voorlezen stimuleert het inlevingsvermogen van een kind. Dankzij verhalen is het even net alsof ze iemand of ergens anders zijn, waardoor ze beter leren om anderen te begrijpen. Toen ik zwanger was van Noël, heb ik Elia ook veel boekjes voorgelezen over kindjes die grote broer of zus werden. Daardoor begreep hij iets beter wat er stond te gebeuren. Althans, dat hoopte ik dan maar…
- Aangezien voorlezen een sociale activiteit is die je samen doet, zorgt het voor een sterkere emotionele band tussen ouder en kind. ‘Gewoon’ samen spelen doet dat volgens mij net zo goed, maar voorlezen vind ik zelf extra fijn omdat je dan lekker knus naast elkaar zit (of op schoot natuurlijk).
- Iedereen kan het. Tenzij je analfabeet bent, maar zelfs dan zou je plaatjesboeken kunnen lenen of je eigen verhaal bij de illustraties kunnen verzinnen. Je hoeft ook geen ervaren voorlezer te zijn om het ‘goed’ te doen, want kinderen zijn snel tevreden en zitten al gauw in het verhaal. Persoonlijk vind ik voorlezen makkelijker dan meespelen. Dat laatste doe ik ook wel, maar dan vind ik het óf snel saai worden zelf óf ik doe het volgens mijn oudste zoon helemaal verkeerd ;).
- Wie als kind voorgelezen werd, gaat later zelf ook meer lezen. Omdat er al een positieve relatie is met boeken, en omdat een kind dan al heeft ervaren dat het ontspannen en leuk is om af en toe in een boek op te gaan. Lezen is dromen met je ogen open, las ik eens ergens. Dat vond ik een mooie.
- Kinderen die voor het slapen gaan voorgelezen worden, slapen beter. Omdat het rustiger in slaap vallen is met een boek dan met een tablet, televisie of smartphone. Maar, ik weet ook uit ervaring – dit is geen wondermiddel. Ik heb Noël echt al heeeeel veel voorgelezen, ook voor het slapen gaan, en die is en blijft een slechte slaper. Helaas.
Hoe je voorlezen leuk houdt (ook voor jezelf)
Maar hoe zorg je er nou voor dat het leuk blijft, niet alleen voor je kind (want die is zoals gezegd snel tevreden), maar ook voor jezelf? Deze dingen helpen mij daarbij:
- Help je kind bij de selectie van een boek. Natuurlijk laat ik Elia kiezen, maar ik ga niet klakkeloos die boekjes kopen of lenen die hij aanwijst. Soms is het iets dat niet op zijn niveau is (te makkelijk of juist veel te moeilijk), en soms is het iets dat ik echt helemaal niks vind. Dan wil ik het best ter plekke 1 keer voorlezen, maar gaat het niet mee naar huis. Een voorbeeld is een informatief boekje dat hij ooit uit de kast trok in de bieb over De geschiedenis van racewagens. Dit was eigenlijk bedoeld voor oudere kindjes, en ik vond het echt oersaai. De gedachte dat ik dat nog tien keer zou moeten voorlezen vervulde mij totaal niet met plezier… Die hebben we na 1 keer lezen dus – lekker egoïstisch – weer opgeborgen ;).
- Stel vragen tussendoor. Sommige boekjes lenen zich hier beter voor dan andere, maar bij elk boek kun je wel iets verzinnen om aan je kind te vragen. Bij Noël vraag ik veelal ‘wat is dit?’ en ‘wat doet hij?’, maar bij een kleuter heb je al veel meer mogelijkheden. Dan kun je bijvoorbeeld ook vragen ‘wat denk je dat er nu gaat gebeuren?’ of ‘wat zou jij doen als jij… dit jongetje was / een spin zag / achterna gezeten werd door een krokodil?’
- Gebruik verschillende, gekke stemmetjes (ik doe soms een hoog stemmetje bij een man en vind dat dan – als enige – grappig…) of gebruik attributen. Bij een boek over verschillende voertuigen pak ik dan dus de speelgoedauto’s erbij die erop lijken, en bij een boek over een beer een knuffel.
Veel (voor)leesplezier!