
De (symbolische) waarde van tweedehands speelgoed. Negatieve vooroordelen ontkracht.
Ik weet niet waarom, maar ieder jaar blijft het mij verbazen: ik lees dan rond deze periode op sites van andere mommybloggers (…brr dat woord), maar ook op willekeurige sites waar meerdere ouders op zitten, welke bedragen zij uitgeven aan kadootjes voor hun kinderen. De verschillen zijn enorm. De een houdt het op drie schoenkadootjes van maximaal 8 euro per stuk, een ander denkt niet in aantallen kadootjes maar geeft juist 1 iets groter kado, en weer een ander lijkt geen enkel streefbedrag aan te houden maar gaat gewoon helemaal los.
Heel eerlijk zeggen sommige ouders dan dus bijvoorbeeld dat ze 100 of soms zelfs 150 euro per kind (!!!) hebben uitgegeven aan kadootjes voor Sinterklaas. Hoeveel een gezin te besteden heeft, wie daar hoeveel uur voor werkt of waar diegene dat aan uit wil geven, is uiteraard aan het gezin in kwestie zelf om te beslissen. Wij zouden in principe, als we dat zouden willen, ook 100 euro per kind uit kunnen geven. Dat ga ik niet doen, want op die manier blijft er maar speelgoed geproduceerd worden en speelgoed dat nog goed is weggegooid worden, en dat is zo zonde!
Elia en Noël vinden het volkomen normaal om met speelgoed te spelen dat eerder van een ander was. Noël realiseert zich het niet eens, Elia heb ik de redenen uitgelegd waarom ik ervoor kies en die begrijpt dat, of klaagt er in elk geval nooit over ;-). Ik ben me ervan bewust dat dat wellicht kan veranderen als hij ouder wordt, al denk ik wel dat als de basis goed zit, hij mijn punt wel blijft inzien.
Ik vind de volgende redenen om geen tweedehands speelgoed te (willen) kopen die ik lees – want ouders willen zich toch soort van verantwoorden voor het uitgeven van zulke enorme bedragen – eigenlijk, als ik eerlijk ben, ook niet erg overtuigend…
- “Ze willen het zo graag”
Ja, en ik wil graag de rest van mijn leven doorbrengen op een tropisch eiland waar ik piña coladas drink terwijl (een look-alike van) Brad Pitt mij masseert. Maar dat gaat ook niet gebeuren. En dat is het leven. Het is een beetje hetzelfde als de ‘je eet wat de pot schaft en anders niets’-regel: ik kan wel iets anders voor ze maken, maar dan eten ze nooit meer wat ik ze geef en worden ze dus, jawel, verwend. Teleurstellingen horen bij het leven, en door een kind altijd datgene te geven wat hij wil, ontneem je hem dus een kans om een levensles te leren.
- “Ze spelen er heel lang mee”
Heel lang? Wat is heel lang op een kinderleven? Een jaar? Twee? Als kind speelde ik met LEGO, dat weet ik nog goed, daar heb ik zeker wel een paar jaar mee gespeeld. Maar als je bedenkt dat het 450 jaar kost voordat plastic is afgebroken, dan is zelfs 5 jaar nog bijzonder kort…
- “Hun vriendjes hebben het ook”
En als hun vriendjes gaan blowen en pesten, dan doet jouw kind het ook? Ik begrijp best dat het confronterend kan zijn als de halve klas iets heeft en jouw kind niet, maar ook hiervoor geldt: teleurstellingen horen erbij en zijn een les. Bovendien: hoe jonger je een kind weerbaar maakt tegen die groepsdruk, hoe meer profijt hij hier (ook later) van heeft…
- “Ze verwachten dat ze het krijgen”
Dan is er dus eerder al iets fout gegaan, bij het managen van de verwachtingen. Waarom verwachten ze zoiets? Omdat je het beloofd hebt (dan moet je het ook doen, dat vind ik zelfs)? Of omdat ze gewend zijn te krijgen wat ze willen of waar ze om vragen?
- “Tweedehands speelgoed is vies”
Niet per definitie. Het kan wel eens vies zijn, ja, maar dat zie je dan met je eigen ogen en dan koop je het niet. Of je maakt het zelf thuis goed schoon in een sopje met kokend water. Ik vind dat argument vooral een beetje krom omdat kinderen zelf ook vies zijn. Ze stoppen allerlei (niet eetbare) dingen in hun mond, ze kwijlen en snotteren wat af, ze laten tijdens het eten voedsel uit hun mond vallen en eten het daarna weer op… Als er broertjes, zusjes of vriendjes in de buurt zijn, is de kans groot dat de bacillen van de een belanden op het speelgoed van de ander. Het ‘nieuwe’ of ‘schone’ van nieuw speelgoed uit de speelgoedwinkel is er volgens mij heel gauw vanaf…
- “Tweedehands speelgoed ziet er gebruikt uit”
Once again: niet per definitie. Ik heb speelgoed in huis dat tweedehands was en er exact even nieuw uitziet als iets uit de Intertoys. Soms is er niet eens (veel) mee gespeeld, maar had het betreffende kind het bijvoorbeeld gewoon dubbel of vonden de ouders het ongeschikt. En dan, ook once again: je ziet het met je eigen ogen. Voldoet het niet aan jouw eisen wat betreft hoe nieuw het eruit ziet? Dan koop je het niet. Vrijwel al onze puzzel- en spelletjesdozen zien er ‘gebruikt’ uit. Dat wil zeggen dat de hoekjes wat gerafeld zijn en er deukjes in het karton zitten. Wat mij betreft geeft dat een spel juist karakter. Hetzelfde geldt voor houten speelgoed, dat vind ik er eigenlijk alleen maar mooier op worden naarmate het intensiever gebruikt is.
De mensen die uit principe geen tweedehands spullen willen hebben noch gebruiken, haal ik met deze blog niet over, dat weet ik. Sterker nog: ik bereik ze denk ik niet eens. Maar die enkeling die er wellicht wel voor open staat maar het nog niet eerder had overwogen, of diegene die denkt ‘ik kan best eens wat vaker naar de kringloop in plaats van naar het winkelcentrum gaan’, hoop ik met deze blog geïnspireerd te hebben.
Tot slot wat adresjes en plekken waar je goed kunt slagen voor tweedehands speelgoed:
- De kringloopwinkel. Ik ga vaak naar Rataplan, die heeft meerdere vestigingen die allemaal ruim opgezet en netjes zijn (althans, in Amsterdam en omstreken wel).
- Marktplaats. Een beetje tricky omdat je het hierbij dus niet met eigen ogen kunt zien, maar foto’s zeggen vaak al heel veel.
- Het centrum op Koningsdag.
- Speelgoedbeurzen.
- Vlak voor Sinterklaas: Recycle Sint.