Doodsbang in het diepe. Waarom mijn vierjarige voorlopig niet op zwemles gaat.

Elia vindt het best leuk om te zwemmen. Zolang hij zelf kan staan tenminste. Dan is hij uren zoet met bekertjes, emmertjes en gietertjes. Zwembad of strandje, hij vindt het allemaal prima. Minder prima wordt het als ik hem meeneem het ‘diepe’ in, daar waar hij (net) niet meer zelf kan staan. Dan klampt hij zich aan me vast alsof hij een drenkeling is die ternauwernood aan de verdrinkingsdood ontsnapt is. Ook al zeg ik een triljoen keer dat hij blijft drijven met zijn zwembandjes. Ook al doe ik het zelf voor, of wijs ik hem op zijn broertje, die wel ‘los’ met zwembandjes in het diepe zwemt. Ook al zijn we vlak bij de rand, zo dichtbij dat hij zich eraan kan vasthouden.

Inmiddels durft hij wel van de rand af te springen als ik hem opvang, maar ook dat heeft ongeveer vier jaar geduurd. En o wee als ik te ver weg (lees: meer dan een meter) sta.

Hij is niet zomaar een beetje angstig voor het diepe. Nee, hij is doodsbang.

Een paar keer hebben we hem toch expres losgelaten in het diepe. We trokken zijn armpjes los en lieten hem een tijdje (echt maar een paar seconden) zelf zwemmen. Hoewel hij dit – natuurlijk – kan, blijft hij op die momenten onophoudelijk schreeuwen en huilen. Ook na afloop, als we weer thuis zijn, wil hij er niet over praten. Met de tijd lijkt zijn angst voor het diepe niet af te nemen, maar eerder groter te worden.

Angsten zijn er om te overwinnen

…toch? Ja, daar ben ik het helemaal mee eens. Maar ik ga mijn doodsbange kind niet dwingen om iets te doen waarvan hij zo enorm overstuur raakt dat hij amper adem meer krijgt. En ja, ik ben me ervan bewust dat het belangrijk is dat kinderen zich, zeker in een land met veel water als Nederland, leren redden in het diepe. Maar om nu met zwemlessen te beginnen, is Elia’s grootste nachtmerrie. Dat ga ik hem dus ook niet aandoen. Er zijn grenzen. En voor mij is die grens wel bereikt wanneer ik de doodsangst in zijn ogen zie.

Wat ik wel ga doen is hem blijven meenemen naar het zwembad en in de zomer ook naar strandjes. Dan doe ik hem zijn zwembandjes om – ik heb ook wel eens een heel reddingsvest geprobeerd trouwens, maar ook daarin was hij even bang -, laat ik hem lekker spelen in het ondiepe en laat ik hem zelf bepalen hoe ver hij wil gaan. Ik ga hem ook niet meer loslaten als hij dat niet wil. Wie weet komt het kantelpunt dan alsnog vanzelf, of wie weet ook niet. Dan zie ik over een jaar of twee wel weer wat ik ermee doe. Voor nu heb ik in elk geval bedacht dat ik het ook prima vind als hij pas op zijn zesde op zwemles gaat. Ook al heeft zijn broertje dan denk ik al zijn diploma C.

En dan, tegen die tijd, kijken we wel weer hoe het gaat en welke ideeën de zwemjuf of -meester erover heeft. Want ik wil wel dat hij het leert. Uiteindelijk. Dat hij niet alleen leert drijven of vooruit komen, maar dat hij bovendien leert dat water niet iets is om doodsbang voor te zijn. Overigens was ik zelf als kind ook heel bang, ik weet nog goed hoe ik voorafgaand aan elke zwemles moest huilen. Oh wat was ik blij toen ik mijn diploma B had en eindelijk mocht stoppen met die lessen… en wat ben ik nu blij dat ik het kan…

Zijn jouw kinderen ook bang in het diepe?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *