Ik voorkom, hij geneest. De verschillen tussen papa en mama.

Laatst was Elia over Noëls hoofd aan het wrijven (waarom dat mag Joost weten…). Ik zag het al helemaal misgaan (haren trekken, wrijven dat overgaat in duwen), dus ik zei: ‘Doe maar niet‘.

Hij mag hem toch best aaien? Hij doet hem geen pijn,” zei mijn vriend toen.
Nog niet,” zei ik, “maar dat is een kwestie van tijd.

Ben ik een doemdenker, een pessimist die altijd uitgaat van het ergste scenario? Of ben ik een moeder die uit ervaring geleerd heeft dat dergelijke situaties uitmonden in ten minste 1 huilend kind?

De waarheid ligt denk ik in het midden. Ja, ik zie in zo’n situatie eerder in wat er fout kan gaan dan hij, omdat ik het vaker meemaak, maar ik ben ook gewoon meer van het vooruitkijken. En van het plannen. Dat is meteen verschil #1.

To plan or not to plan

Ik plan graag, veel en vaak. Op mijn werk, in mijn sociale leven, en ook met de kinderen. Dat is over het algemeen een goede eigenschap. Er valt immers nogal wat te plannen met kindjes, en zij gaan zelf ook goed op de structuur waar ik zo van houd. Als we met z’n allen ergens naartoe gaan, ben ik in 90% van de gevallen degene die zorgt dat we alles mee hebben (en dat we op tijd zijn….). Het is niet zo dat mijn vriend nooit plant. Sterker nog: een groot deel van zijn werk bestaat eruit. Maar in zijn vrije tijd laat hij dit meer los. Hij vindt het bijvoorbeeld prima om ’s ochtends te bedenken dat we die dag best ergens heen kunnen gaan, terwijl ik dat bij wijze van spreke het liefst al de week tevoren in mijn agenda had geschreven. Niet bij wijze van spreke eigenlijk. Gewoon echt.

Dat plannen heeft dus zijn voordelen, maar het niet (of minder) doen net zozeer. Dan is er meer ruimte voor spontaniteit, flexibiliteit en leef je meer ‘in het nu’. Overigens is het in dit kader wel weer grappig dat ik bij grote veranderingen (van ledikant naar peuterbed, voor het eerst naar de basisschool) meer een ‘we zien wel’-houding heb dan mijn vriend. En daarmee komen we bij verschil #2.

(Over)bezorgd

We zijn beiden geen overbezorgde ouders. Maar wel bezorgde ouders. Toch ben ik in dit opzicht, vreemd genoeg misschien, de minst bezorgde. Een bult op Elia’s voorhoofd, iemand die waterpokken heeft, die spannende eerste schooldag: het is absoluut niet waar dat het mij niets doet, maar ik vind het minder ‘een ding’ dan hij. Ik heb dan ook minder geduld. Als de jongens ziek zijn bijvoorbeeld, gaat hij gerust een uur met ze rondlopen of naast ze in bed liggen. Ik ben er dan al veel sneller klaar mee. Misschien hangt dat ook samen met mijn onvermogen om überhaupt lang stil te zitten – ik wil graag iets doen. In mijn werk krijg ik grappig genoeg vaak te horen dat ik zo geduldig ben. Blijkbaar kan ik het met mijn leerlingen dus wel goed ;-).

Ken je kind

Toen ik aan mijn vriend vroeg wat hij nou typische verschillen tussen ons vond, noemde hij bovenstaande punten die ik zelf ook al gevonden had. Verder zei hij – en dit vond ik best lief – dat ik beter kan inspelen op waar ze aan toe zijn. Bijvoorbeeld qua interesses die passen bij hun leeftijd, speelgoed, kleding, activiteiten die ze leuk vinden. Ik blijk dus ook beter in het inschatten van hoe ze reageren op bepaalde veranderingen zoals, daar zijn ze weer, de overgang naar het peuterbed en de basisschool.

Tot slot, cliché maar waar: hij speelt wildere en fysiekere spelletjes met ze. Rolt met ze over de grond, houdt ze op hun kop, rent achter/met ze (aan) over het (voetbal)veld. Ik ben daarentegen meer van het spelletjes doen aan tafel.

De door mij opgesomde verschillen zijn natuurlijk niet allemaal typische papa/mama of zelfs man/vrouw verschillen. Voor zover die al bestaan. Toch vind ik het leuk om ze op te merken, en ik denk ook dat het voor een kind goed is om met verschillende aanpakken of karakters in aanmerking te komen.

Welke verschillen zijn er bij jou thuis?

*Foto’s door Ayla Maagdenberg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *