
De bevooroordeelde basisschooljuf. Wat vertel ik haar (niet) over mijn kind?
Na de zomervakantie moeten we er dan echt aan geloven: Elia gaat naar school. In een eerdere blog schreef ik al dat ik hier tegenop zie, vooral omdat ik weet dat het voor hemzelf moeilijk gaat worden. ‘Ach, dat zal wel loslopen,’ denk je nu misschien.
Maar ik ken mijn oudste zoon. En het zal niet loslopen. Het zal alles behalve loslopen. We hebben het hier over een jongetje dat ik pas na meer dan een jaar zonder te huilen kon achterlaten op de peuterspeelzaal (in tegenstelling tot zijn broertje, die na een paar weken wel gewend was). Een jongetje dat zich, op de eerste dag BSO, aan mij vastklampte alsof zijn leven ervanaf hing. Vervolgens uit totale paniek zo hard huilde dat hij amper meer adem kreeg, en later die middag in zijn broek plaste. Ik wil de overgang naar school niet dramatischer maken dan het is, maar geloof mij… dramatisch gaat het worden.
Natuurlijk probeer ik hem zo goed mogelijk voor te bereiden. We lezen boekjes over (kindjes die naar) school (gaan), we kijken filmpjes, we doen rollenspellen waarin ik situaties schets die voor kunnen komen. Zo probeer ik hem zo goed mogelijk te helpen om de overgang voor hem makkelijker te maken. Er is nog iets dat ik zou kunnen doen, maar waar ik over twijfel: een ‘intakeformulier’ (geschreven door de leidster van de peuterspeelzaal) aan zijn toekomstige juf geven.
Mijn kind als onbeschreven blad
In het formulier staat dat mijn zoon slim is en humor heeft (ik verzin dit niet – dit zijn de eerste twee woorden die zij gekozen heeft om hem te typeren). Er staat ook in dat hij verlegen is, dat hij niet snel uit zichzelf iets zegt, dat hij de kat uit de boom kijkt en dat hij ervan houdt om op schoot te zitten – al zal hij dit niet uit zichzelf vragen of doen. Er staat verder nog dat hij erbij gebaat is om bij binnenkomst met rust gelaten te worden zodat hij de omgeving (alleen) in zich op kan nemen.
Ik weet al die dingen. De leidster van de peuterspeelzaal ook. Maar zijn toekomstige basisschooljuf niet. Dat zou ze wel kunnen weten, als ze het formulier van tevoren leest. Maar wil ik dat wel? Mijn twijfel over het al dan niet overhandigen van dit formulier is tweeledig. Ik wil het niet, omdat ik vertrouw (of wil vertrouwen…) op de kennis en ervaring van zijn toekomstige juf. Ja, Elia is heel, heel verlegen en introvert. Maar zo zijn er meer kindjes. Een goede juf ziet dat snel genoeg, en vindt haar eigen manier om met hem om te gaan. Bovendien vind ik dat ieder kind een kans verdient om zelf een eerste indruk te maken. Een typering op papier kan daarbij behulpzaam zijn, maar het kan ook de manier waarop de juf naar hem kijkt beïnvloeden. Het is ook niet mijn taak om zijn leven altijd zo makkelijk mogelijk te maken, al wil ik dat wel (als curlingouder in de dop al helemaal).
Maar…
Maar: dat ik het formulier geef, wil niet zeggen dat de juf het leest. Ik ben zelf natuurlijk ook juf, en ik kies er heel bewust voor om geen informatie over mijn leerlingen te lezen voordat ze in mijn klas komen. Dan kan ik met een onbevooroordeelde blik naar ze kijken. Pas wanneer er zich een probleem voordoet of ik ergens mee zit wat ik niet of moeilijk zelf kan oplossen, duik ik in hun geschiedenis. Soms helpt dat, en soms ook niet.
Aangenomen dat zijn toekomstige juf het wel leest, dan is het ook maar de vraag wat ze met die informatie doet. Zoals ik het zie, kan het haar (en daarmee dus ook hem) zeker helpen. Ze heeft dan al een beeld van hoe hij is en welke dingen hij fijn vindt. Anderzijds moet hij het ook zelf leren. Leren om te zeggen wat hij wil en wat niet. Leren om voor zichzelf op te komen. Leren om zichzelf te zijn & te laten zien. En vooral leren om om te gaan met de obstakels die hierbij komen kijken.
Uiteindelijk vind ik dat het grootste argument om het formulier niet te geven, denk ik. Mijn vriend daarentegen is ervan overtuigd dat we het wel moeten geven. Gelukkig hebben we nog twee maanden om het hierover eens te worden.
To be continued…
*Foto’s door Ayla Maagdenberg
Ahhh guttie, Eliaatje. Ik denk zeker dat Elia zal moeten leren voor zichzelf op te komen en obstakels te overwinnen, maar op 4 jarige leeftijd hoeft dat volgens mij nog niet. Dan mag hij daar best een beetje bij geholpen worden zodat hij lekker mee kan draaien op school, zich veilig voelt en school iets positiefs is en geen struggle wordt. Er komen nog genoeg uitdagingen in het leven waar hij zelf mee aan de slag kan. Ik vind het wat anders als er iets staat in de brief van de creche wat hem slecht zou afschilderen, dan vind ik dat hij met een schone lei mag beginnen. Maar dit zal alleen maar in zijn voordeel werken als de juf zijn gebruiksaanwijzing een beetje kent 🙂