Grappige uitspraken van Elia #7

Tien nieuwe, grappige uitspraken van mijn peuterzoon. Oké, eigenlijk zijn het er negen. Er zit er namelijk ook eentje van kleine broer tussen.

1) Vragen of bevelen, dat is de vraag.

Ik (geërgerd): “Wil je NU je schoenen aandoen, ik vraag dit al voor de derde keer.”
Elia: “Jij vraagt helemaal niks. Als je iets vraagt, moet je ‘alsjeblieft’ zeggen en dat doe jij niet.”

2) R-E-S-P-E-C-T.

Elia roept dat ik een poepiedikzak ben (…). Ik leg hem uit dat hij respect voor me moet hebben, omdat ik ouder ben. Even later pakt Noël zijn bal af.

Elia: “Nee, Noël! Ik ben groter! Jij moet RESPECT voor mij hebben!”

3) Doe het lekker zelf.

De lichten van Elia’s bestuurbare auto staan nog aan. Die moeten uit, anders raakt de batterij leeg.

Ik: “Misschien moet je die auto even pakken, dan kunnen we hem uitzetten.”
Elia: “Misschien moet iemand anders die auto even pakken.”

4) Romantisch met je broertje.

Elia ziet de kaarsjes in de badkamer.

Elia: “Waarom zijn die kaarsjes daar mama?”
Ik: “Dat is voor als ik romantisch in bad wil.”
Elia: “Wat is romantisch?”
Ik: “Dat is als je met iemand bent die je heel lief en leuk vindt, iemand op wie je verliefd bent.”
Elia: “Ben jij verliefd op mij?”
Ik: “Nee. Ouders worden niet verliefd op hun kindjes. Ik ben verliefd op papa.”

Elia denkt even na en roept dan uit: “En ik ben verliefd op Noël!”

5) Je bent wat je eet.

Noël haalde ‘papa’ en ‘mama’ nog wel eens door elkaar. Inmiddels niet meer. Maar zijn eigen naam heeft hij nog nooit gezegd, ook al oefenen we het vaak…

Noël wijst naar zijn vader: “Papa.”
Ik wijs op mezelf: “En wie ben ik?”
Noël: “Mama.”
Ik wijs op Elia: “Wie is dat?”
Noël: “Eya.”
Ik wijs op hemzelf: “En wie ben jij?”
Noël wijst op zichzelf: “Meer eten.”

6) Het glas is altijd halfvol?

Noël heeft een oogontsteking. Zijn linkeroogje zit bijna helemaal dicht. Gelukkig is zijn grote broer nooit de beroerdste om hem op te peppen…

Elia: “Jouw ene oog is bijna dicht. Straks gaat jouw andere oog ook dicht en dan kan je niks meer zien en dan ga je dood.”

7) Wie het kleine niet eert…

Elia heeft twee kleine plantjes op zijn kamer staan, die hij zelf trouw elke donderdag water geeft. Dit zijn vetplantjes, die in principe altijd hetzelfde formaat blijven. Maar niet volgens mijn peuterzoon, die op een vrijdag (de dag na het water geven) terug komt van boven.

Elia: “Ik ging even kijken of de plantjes al gegroeid waren.”
Ik: “En?”
Elia: “Een heel klein beetje.”

8) Toch nog maar een biologielesje wijden aan het kip en het ei verhaal

Ik: “Weet je waar eieren vandaan komen?”
Elia: “Uit het winkelcentrum.”
Ik: “Ja, daar kopen wij ze. Maar wie heeft ze gelegd?”
Elia: “De mensen van het winkelcentrum.”

9) Iets met een hoofddeksel…

Buiten klinkt er een hard geluid. Elia schrikt.