Ieder kind is een buitenkind.

‘Waar zijn mijn laarzen?’
“Kunnen we op de glijbaan?”
“Staat mijn fiets in de schuur?”
“Welke jas moet ik aan?”

Dat zijn de vragen die je krijgt als je je kleuter voorstelt om naar buiten te gaan. Kortom: ze willen erg graag en die Buienradar app wordt overgeslagen. Het maakt ze niet uit welk weer het is, als ze maar buiten kunnen spelen.

Vicky en Kobe in ieder geval. Naar buiten willen Kobe en Vicky altijd. Weer of geen weer, onweer, hagel, wind, het maakt ze niets uit. Kou is de enige weersomstandigheid waar ze niet van staan te springen. Al is dit pas als ze minstens een half uur in kouig weer hebben gespeeld.

Kinderen zijn van nature buitenmensen?

Ik geloof niet dat kinderen gemaakt zijn om binnen met de iPad te spelen of Netflix te kijken. Dat kinderen soms vermaak nodig hebben – binnen- of buitenshuis – is wel duidelijk. Binnen kan dit ook met boekjes, fantasiedozen, verkleedspullen toch? Daar hoeven ze niet per sé voor naar buiten…

Maar waarom zie ik Vicky en Kobe dan zo opleven als ze buiten komen? Ik denk dat een combinatie van frisse lucht, zuurstof én natuur hieraan bijdragen. Hoe mooi zijn bomen en bloemen? Hoe mooi is het om een bospad af te fietsen en niet in je huiskamer na drie meter stil te komen staan?

Het zou natuurlijk wel kunnen zijn dat de fantasie- en renspelletjes die ze buiten doen ook binnen kunnen, maar de ruimte die je buiten hebt is niet te evenaren.

Ik claim dat kinderen vaker moeten buitenspelen

Kinderen zitten (blijkbaar) gemiddeld 4-6 uur op een dag achter de tv. Dat is vrij bizar toch? Zeker als je merkt hoe kinderen opleven zodra ze buitenkomen. Ik zet Kobe ook af en toe achter de tv (‘s avonds voor het slapen gaan), maar hoe fijn hij zich voelt als hij buiten is, zal altijd in mijn achterhoofd zitten…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *