“Het valt wel mee toch?” – het downgraden van ongemak, pijn en verdriet.

Kobe en ik lopen terug van zijn eerste schooldag. Ik was er meer gespannen over geweest dan hij, maar hij kwam lachend de klas uit. Dat vond ik een erg goed teken. Onderweg komen we mijn schoonzusje tegen die aan hem vraagt hoe het was. Hij knijpt in mijn hand en ik wil graag dat hij iets vertelt. Om hem een steuntje in de rug te geven, vraag ik aan (of zeg ik tegen) hem, “het was wel leuk, toch?” Tegelijkertijd bedacht ik me dat dit natuurlijk niet de manier is om hem daadwerkelijk iets te laten vertellen. Ik stuurde hem een hele duidelijke richting op, eentje die positief was, een richting die mensen graag horen na zo’n vraag. Niet echt netjes vond ik dat van mezelf.

Ik ging die week en die weken erop kritisch kijken naar mijn eigen ‘vraag en antwoord’-gedrag, vooral bij Kobe. Vicky kan nog niets zeggen, dus bij haar vul ik veel in. Dit is volgens mij aardig normaal. Ook om haar te helpen juist woorden te vinden. Kobe daarentegen kan heel gemakkelijk zijn eigen verhaal doen. Dat hij bij vreemden, of mensen die plotseling iets aan hem vragen, niet zo snel uitgebreid zijn verhaal zal doen is ook niet zo gek.

Op die vraag hoe zijn schooldag is, is het denk ik nog niet zo erg dat er dingen ingevuld worden. Alleen… toen keek ik naar wat ik zei als Kobe viel en pijn had. Hetzelfde! “Het valt wel mee, toch?!” Ik vulde het gewoon voor hem in. Waarom liet ik hem niet aangeven dat hij pijn had, of even ‘gewoon’ huilen op mijn schouder.

Het is toch niet erg om even pijn te hebben?

Mensen hebben nou eenmaal af en toe pijn en het is soms goed om die pijn en die emotie er te laten zijn. Het valt af en toe gewoon níét mee.. En dat is balen, maar dat mag wel. Ik las op HLN dat dit downgraden van de emotie van pijn, een teken is van overbezorgdheid, de hoop dat er minder aan de hand is dan daadwerkelijk zo is. Ook las ik in datzelfde artikel dat dit op latere leeftijd kan zorgen voor emotionele problemen. Het kan er onder andere voor zorgen dat deze kinderen op latere leeftijd minder snel zullen aangeven dat ze ergens last van hebben. Het zal ervoor zorgen dat ze zichzelf enigszins wegcijferen, omdat ze bang zijn andere mensen te bezorgd te maken..

Wow… nou dat wil ik niet voor mijn kinderen. Ik wil graag dat Kobe en Vicky gewoon naar me toe durven komen als er iets naars aan de hand is. Of als er misschien niets aan de hand is, maar ze zich gewoon even rot voelen.

Wat is dan die ‘conversation starter’?

Ik voel mensen vaak goed aan. Dat houdt in; als ik een ruimte inloop, zie ik nog nét geen aura’s rond mensen hangen. Dat is meer omdat ik daar niet echt in geloof. Ik voel bij elk uitje die ik met vriendinnen precies aan hoe iemand zich voelt. Of tenminste, dat gevoel heb ik. Vandaar dat ik mensen vaak probeer aan te vullen. Bij kinderen vind ik dat lastiger. In hun hoofd gaan woorden, zinnen en gedachten sneller, anders, chaotischer etcetera, etcetera.

Als je kind de huiskamer inloopt en je ziet, of je voelt aan dat hij ergens mee zit, denk ik dat je het beste kunt beginnen met feiten, zoals:

Jij was vandaag op school, hè.
Gisteren heb je met … gespeeld, toch?

Je zal snel genoeg merken dat ‘ie iets over die dag of die activiteit of ervaring wil gaan vertellen. En zo niet, kun je het geloof ik beter zo even laten. Door die ene vraag zal hij in zijn hoofd wel gaan malen. Na gaan denken of hij die rotgebeurtenis zal gaan vertellen ja of nee.

“Hoe was het?” is te vaag. Oké en uhuh is voldoende.

Ik las in een artikel op Heutink dat wij als ouders vaak teveel verwachten van ons gesprek met kinderen. Zij vinden het lastig om abstracte vragen zoals ‘hoe was het?’ te beantwoorden. Het is voor kinderen voldoende als ze hun verhaal kunnen doen en jij dit verhaal alleen maar begeleidt met een kleine knik, ‘uhuh‘ of ‘oké‘. Net als dat spullen de fantasie van kinderen soms in de weg kunnen zitten, kunnen onze vragen hun verhaal teveel sturen. Een richting op die zij met hun verhaal misschien niet op wilden gaan.

Zeuren mag niet. Maar niets zeggen ook niet..

Het grappige is dus dat wij als ouders heel graag willen dat kinderen dingen vertellen. Maar als ze dan zeuren over iets wat ze hebben meegemaakt, dan is het allemaal weer te moeilijk of te pijnlijk. Hoe moeilijk is het voor een kind om te bepalen wat ze wel en wat ze niet mogen zeggen.. Ik ga de komende periode proberen:

  • Nog minder vragen te stellen en Kobe meer zijn eigen tijd laten bedenken om dingen te vertellen
  • Meer uhuh, oke en ja, reageren op zijn verhalen
  • Als hij pijn heeft of verdrietig is, puur mijn schouder aanbieden

Hoe ga jij ermee om als je kind ergens mee zit?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *