
“Gelukkig heb je er al eentje.” Wat je niet moet zeggen tegen iemand die een miskraam gehad heeft.
1 op de 10 (!) vrouwen krijgt of heeft wel eens een miskraam gehad. Dat vind ik een schrikbarend hoog aantal. Zelf heb ik het – gelukkig – nog nooit meegemaakt, maar in mijn omgeving ken ik verdrietig genoeg steeds meer vriendinnen die er wel mee te maken krijgen. Als buitenstaander, want dat ben ik dan toch, wil ik ze steunen. Ik wil er voor ze zijn, ik wil meeleven. Maar ik vind het wel vaak moeilijk om de juiste woorden te vinden.
En er bestaat natuurlijk ook niet zoiets als ‘het enige echte juiste’ wat je dan kunt zeggen. Wel weet ik, mede dankzij de feedback van mijn lieve, dappere vriendinnen, dat je onderstaande dingen beter niet kunt zeggen:
- Niks
Zeg desnoods “ik weet niet wat ik moet zeggen”, maar zeg niet niks. Niks zeggen is doen alsof er ook niks gebeurd is. Het is een totaal gebrek aan erkenning van wat diegene heeft doorgemaakt, en ook een gebrek aan erkenning van wat ze verloren is – hoe klein datgene ook nog was. Niks kun je zeggen als je vriendin een nieuwe jurk gekocht heeft die je eigenlijk lelijk vindt. Niks kun je niet zeggen wanneer iemand een miskraam gehad heeft en dat aan jou vertelt.
- “Gelukkig heb je er al eentje (of twee, drie enz.)”
Want alle kinderen zijn immers onderling vervangbaar, toch? (…). Als je ook maar een beetje nadenkt over wat deze zin impliceert, kun je wel begrijpen waarom het geen goed idee is om dit te zeggen. Bovendien: die andere kinderen hebben óók iets verloren, namelijk een broertje of zusje dat ze hadden kunnen hebben.
- “Je wordt vast nog wel een keer zwanger / Je bent nog jong”
Zie de vorige opmerking: kinderen zijn niet onderling vervangbaar, de ene (succesvolle) zwangerschap vaagt niet het verdriet van een andere, afgebroken zwangerschap weg.
- “Gelukkig was het niet later in de zwangerschap”
…want dan was het erger geweest. Die gedachte schuilt erachter. Op zich een logische gedachte, je zoekt toch naar iets positiefs om te zeggen in een verder ontzettend verdrietige situatie, maar leed is per definitie persoonlijk en onvergelijkbaar, en geen enkele vrouw die een miskraam meemaakt, denkt: ‘goh, wat ben ik blij dat dit NU gebeurt.’
- “Gelukkig was het niet levensvatbaar”
…want dan was het erger geweest. Zie het punt hierboven. Een vriendin die ik ernaar vroeg, vatte het mooi samen. Ik vroeg haar welke opmerkingen ze niet had willen horen na de miskraam, en toen zei ze: “Alles wat begint met gelukkig“. Want er is niets gelukkigs aan. En ouders (to be) kunnen ook al van een kindje houden dat niet levensvatbaar is buiten de buik. Het gaat ook niet (alleen) om de fysieke baby, die soms nog maar een klompje cellen is, maar ook om het idee, het toekomstbeeld, de droom van de ouders waar abrupt een einde aan komt.
- “Het is beter zo”
Beter voor wie, in hemelsnaam? En beter dan wat? Ik heb geen idee waarom mensen dit zouden zeggen. Wat beter geweest was, was als alles goed gegaan was. Dat was het beste geweest. De rest is pech. Of ongeluk. Maar niet beter.
- “Ben je er al overheen?”
Na een tijd informeren hoe het met diegene gaat, is alleen maar lief. Maar dan niet met deze zin, die impliceert dat er een uiterste houdbaarheidsdatum op verdriet of rouw zit. Een vriendin van me verloor haar zoontje door een vroeggeboorte, nu bijna twee jaar geleden. Toen ik ernaar vroeg, vertelde ze me dat ze dagelijks nog wel een paar keer aan hem denkt. Ik vind dat mooi. Op deze wereld mag hij er dan wel niet zijn, de herinnering is nog springlevend.
Zeg ik zelf altijd het goede op het goede moment? Nee, natuurlijk niet. En ik ben ook geen expert op dit gebied. Ik heb ongetwijfeld zelf ook 1 van bovenstaande zinnen wel eens gezegd, omdat ik het ook niet wist en omdat ik zocht naar iets positiefs om te zeggen. Dat is denk ik menselijk. Maar ik doe wel mijn best. Heel even nadenken voordat je iets zegt om te bedenken hoe het kan overkomen kan sowieso geen kwaad, zeker niet wanneer het over zo’n gevoelig onderwerp gaat.