
Waarom ik steeds meer moeite krijg met gender reveals en gender disappointment
Vroeger wist je niet of je een jongen of een meisje kreeg. Je moest ook maar hopen dat alles daarbinnen goed ging, want echo’s waren er niet. Tegenwoordig is er veel meer informatie toegankelijk voor zowel verloskundigen en artsen als voor aanstaande ouders.
Aan de ene kant natuurlijk alleen maar goed en leuk. Als je wilt, kun je dan tijdens je zwangerschap alvast de hele babykamer babyblauw of zachtroze verven en stoere truitjes of tutu’s kopen. Ook kun je ervoor kiezen om de zwangerschap af te breken, als blijkt dat er iets ergs aan de hand is. Over dat laatste wil ik het nu niet hebben.
Ik wil het nu wél hebben over de (uiteraard vanuit Amerika overgewaaide) termen die de laatste tijd steeds meer een hype lijken te worden: gender reveals en gender disappointment.
Hoera, een baby!
Eerst maar de gender reveals. Een feest om te vieren dat het een jongen of een meisje is. Nu vind ik dat er met feestjes op zich niets mis is: het leven is er om gevierd te worden. Maar het gaat om de suggestie van een causaal verband dat er volgens mij niet zou moeten zijn: we zijn allemaal blij want het is een jongen. Of we zijn blij want het is een meisje. Tijdens zo’n feest zeggen mensen dan ook “Gefeliciteerd! Een zoon!”. Alsof de tegenhanger daarvan dan zou zijn ‘Hè balen, een meisje…’.
Natuurlijk wordt dat laatste nooit gezegd, maar volgens mij kunnen dergelijke gender reveals, met hun enorme nadruk op het geslacht van het kind (want dat is het enige waar het op dat moment om gaat), wel bijdragen aan de zogenaamde gender disappointment.
Daarom zou ik zelf pleiten voor het afschaffen van de gender reveals, en in plaats daarvan pregnancy reveals te houden, met ballonnen met daarop ‘Hoera, een baby!’ en met felicitaties voor de aanstaande moeder met haar zwangerschap. Een beetje zoals een babyshower dus, maar dan met nog minder nadruk op geslacht en nog meer op ‘baby’ in het algemeen.
Gender disappointment
Teleurstelling als je een zoon krijgt terwijl je liever een dochter had gewild of andersom. Een voorkeur hebben is volgens mij menselijk en in sommige gevallen ook niet te voorkomen. Maar dat is iets heel anders dan teleurgesteld zijn wanneer je niet krijgt wat je wilt.
Toen ik voor het eerst zwanger was, ging mijn voorkeur uit naar een meisje. Daar wil ik best openlijk voor uitkomen. Toen we hoorden dat we een zoon kregen, was de blijdschap echter ook heel groot, en was hij exact even welkom in mijn hart en in mijn leven, waar hij drie jaar na dato nog steeds zit ;-). De tweede keer wilde ik liever een broertje voor hem, en die kregen we. Een meisje had echter ook in dit geval voor even veel blijdschap gezorgd. Mochten we ooit een derde krijgen, dan gaat mijn voorkeur uit naar nog een jongetje (3 op een rij!). Zou ik dan teleurgesteld zijn met een dochter? Zeker niet.
Valse verwachtingen
Het andere gevaar van een dergelijke nadruk op het geslacht, naast de op de loer liggende teleurstelling, is volgens mij dat er automatisch bepaalde verwachtingen aan een toekomst met zo eentje (jongetje of meisje) toegeschreven worden. Toen ik vertelde dat Elia een broertje zou krijgen, kreeg ik bijvoorbeeld vaak te horen: “Zo zo, twee jongens, dat wordt druk!”. Een dergelijke opmerking had ik minder snel gekregen bij een meisje.
Daarachter ligt de veronderstelling dat jongens druk zijn, en meisjes rustig. Over het algemeen valt er misschien wel iets voor te zeggen (het is natuurlijk wel ergens op gebaseerd), maar tegelijkertijd moet je als ouder – en sowieso, als mens – overal zo open mogelijk ingaan om te voorkomen dat het een self fulfilling prophecy wordt. Ik heb het al eerder geschreven, maar Elia vertoont in zijn gedrag bijvoorbeeld veel kenmerken die als ‘meisjesachtig’ worden bestempeld. Het is volgens mij dan ook een grote misvatting dat jongens niet van knutselen zouden houden. Sommige jongens doen dat waarschijnlijk inderdaad niet, maar sommige meisjes net zo goed niet. Mijn zoon is er in elk geval dol op.
Wees blij, wees dankbaar
Ik heb het nu drie keer in mijn nabije omgeving mis zien gaan. Goede vriendinnen van me hebben een miskraam gehad, na een paar weken of zelfs na een halve zwangerschap. Hoewel ik me nooit écht zal kunnen inbeelden hoe zoiets is, heb ik het dus wel van dichtbij ‘meegemaakt’. Dat heeft mij dankbaarder gemaakt, en daardoor zou ik het wel uit mijn hoofd laten om om wat voor reden dan ook ontevreden te zijn met wat ik zelf heb.
Deze vrouwen (en met hen veel meer, 1 op de 10 zwangerschappen eindigt in een miskraam) zouden er álles voor over gehad hebben om een kindje te krijgen, ook al was dat bij wijze van spreke hun zesde zoon op een rij. En dan zou ik, met twee goede zwangerschappen achter de rug en twee prachtige, gezonde zoons, dat op een of andere manier jammer kunnen/mogen vinden?
Nee. Ieder kind is een wonder, ieder kind is een geschenk dat het verdient om zich onvoorwaardelijk geliefd en welkom te voelen bij zijn ouders.
Dus hier tot slot een tip voor mensen die opmerkingen maken als “Oh weer een jongen, wel een beetje jammer of niet?”, “Nu moet je wel doorgaan voor een dochter” of “De volgende kan maar beter een meisje zijn”: hou ermee op. Zoiets is niet leuk om te zeggen, zelfs niet als grapje.
Mooi geschreven Carmen, ik ben het uiteraard helemaal met je eens. Het is trouwens best lastig om een wenskaart te vinden waarop niet staat: ‘Hoera, het is een jongen/meisje!’.
Bij de eerste zoon was alles nieuw en wilden we dolgraag weten bij de echo wat het geslacht zou worden. Bij de tweede weet je al wat er komen gaat en vond ik een gender reveal weer heel bijzonder! Mijn verwachting was een meisje dus ik had roze verwacht, maar we krijgen een jongen! Ook prima! Het is even welkom (wel even omschakelen..ok geen roze dus..).
Wat betreft opmerkingen over ‘ de volgende keer een meisje/jongen erbij’….het maakt mij niks uit. Die vreemde opmerkingen van mensen hoor je altijd. ‘Oh..zwanger van een tweeling? Jij staat bol’ of ‘hij huilt, moet je hem geen eten geven?’