
Mijn tweede bevalling: “Hij komt er NU aan!”
Als ik mijn eerste bevalling zou moeten omschrijven in drie woorden, zou ik zeggen: Heel Erg Lang.
Zou ik mijn tweede bevalling moeten beschrijven, dan werd het: Heel Erg Kort.
Nee oké, ik weet betere omschrijvingen. Kort, kalm en mooi. Kort, rustig en fijn.
Fijn?! Ben ik op mijn achterhoofd gevallen vlak erna? Zit ik aan de zware medicatie? Noemde ik nou echt zojuist een bevalling fijn?
Yes, dat deed ik. En yes, dat meen ik.
Wat gek, dit lijken wel persweeën
12 juli ’s avonds laat, 37 weken en 4 dagen zwanger. Ik lag op bed, klaar om te gaan slapen, toen ik plotseling een soort ‘PANG’ voelde, alsof er een ballonnetje knapte. Even later was er overal helder vruchtwater, en niet zo’n beetje ook. Ik belde het OLVG om te melden dat mijn vliezen gebroken waren. “Kom hier maar naartoe, dan doen we een algemene controle en mag je daarna weer naar huis om te wachten tot de weeën beginnen”. Dat leek me een prima plan. Ik belde mijn moeder, die zou dan op Elia komen passen, en de babydaddy haalde vast de auto en legde de vluchttas erin.
Maar – spoiler – het OLVG hebben we nooit gehaald, want even later kreeg ik weeën die vrijwel direct behoorlijk heftig waren en elkaar snel opvolgden. “Wat gek,” zei ik tegen de babydaddy, “dit lijken wel persweeën.” Toch vertrouwde ik het nog niet helemaal: hoe kon ik nou persweeën hebben, er moesten toch eerst nog uren ontsluitingsweeën aan vooraf gaan?
Hij komt er NU aan
Na zo’n 20 minuten weeën, verplaatste ik mezelf naar de wc. Toen wist ik het zeker: dit was echte, authentieke persdrang. De babydaddy was nog in de illusie dat we ieder moment naar het OLVG gingen rijden, maar ik kon alleen maar uitbrengen: “Er moet NU iemand komen want hij komt er NU aan.”
Dit was het minst fijne moment van de bevalling (ik zeg met opzet minst fijne en niet ergste, want zelfs als ik hierop terugkijk was het niet zo erg). Ik begon een beetje in paniek te raken. Mijn vliezen waren pas kort geleden gebroken, ik was alleen thuis (‘alleen’ zonder verloskundige bedoel ik) en de persdrang werd erger. Tegelijkertijd besefte ik me ergens ook – toen al – dat ik geluk had: deze bevalling liep nu al tegen zijn einde! Wat een verschil met die van Elia!
De babydaddy was aan de telefoon met de verloskundigepraktijk. Zij zouden iemand sturen, maar het was niet duidelijk of diegene op tijd zou komen. Dus coachte iemand de babydaddy er via de telefoon doorheen. Hij kreeg de opdracht om allerlei handdoeken en hydrofiele luiers klaar te leggen. Ik had inmiddels mijn maaginhoud geleegd (ja sorry voor het onsmakelijke detail maar zo was het nou eenmaal, later hoorde ik dat barende vrouwen vaak overgeven bij 1 óf bij 10 cm ontsluiting) en stond naakt naast het bed en probeerde de persweeën zo goed en zo kwaad als dat ging weg te zuchten.
Mag ik al persen? Echt?
Van de babydaddy moest ik op het bed gaan liggen. Dat wilde ik echter niet, want ik had de naïeve gedachte dat de baby niet geboren zou worden zolang ik mijn benen maar bij elkaar hield (ja echt…). Na wat een eeuwigheid leek maar in werkelijkheid 20 minuten was, kwam er een verloskundige binnen gerend (letterlijk gerend). Ik ging op bed liggen – nu wilde ik wel ja – en ze had niet eens tijd meer om haar jas uit te doen. “Ik zie haartjes!”, zei ze.
“Mag ik al persen?” vroeg ik. “Natuurlijk!”, zei ze. “Maar heb ik dan al 10 cm ontsluiting?”, vroeg ik. Ik kon het niet geloven, had me al voorbereid op een lange tijd persweeën wegzuchten en nu mocht ik gewoon al doen wat mijn lichaam de hele tijd al wilde! Het persen ging supergoed, ik was nog vol energie en ook heel kalm nu de verloskundige er was, dus ik kon goed naar haar aanwijzingen luisteren. Ik heb het persen zelf echt als iets moois ervaren. Natuurlijk deed het pijn, maar ik wist en voelde dat het echt niet lang zou duren. En ik had gelijk: na 10 minuten persen, op 13 juli om 9 minuten over middernacht, en zo’n 2 uur nadat mijn vliezen braken, werd Noël geboren.
Zo doe ik er nog wel drie
“Zo doe ik er nog wel drie.” Dat was het eerste dat ik na de bevalling tegen de babydaddy zei. “Daar hou ik je aan,” zei de verloskundige. “Doe maar niet,” antwoordde de babydaddy.
Zo was de sfeer dus 1 minuut na de bevalling: we maakten grapjes, de placenta kwam eruit (merkte ik niks van), ik kreeg 1 kleine hechting (merkte ik ook niks van), de babydaddy knipte de navelstreng door, ik at een banaan en hield al die tijd mijn prachtige tweede zoon vast. Elia sliep overigens overal doorheen.
“Ik kan het niet geloven.” Die zin heb ik wel tien keer gezegd. En dat was ook echt zo.
Het was een supersnelle, heftige, maar bovenal mooie bevalling. Natuurlijk deed het wel pijn, en natuurlijk waren er momenten waarop ik in paniek was en niet meer wist waar ik het moest zoeken, maar over het algemeen overheerst een positief gevoel wanneer ik eraan terugdenk. Het was mooi, het was kalm, het was thuis in m’n eigen slaapkamer. Ik ben enorm dankbaar en blij met hoe het gegaan is, en ook met het feit dat ik nu naast een ellendige óók een hele goede bevalling heb meegemaakt!
O ja, mijn moeder was er trouwens ook nog bij. Ongevraagd.