Waarom ik wél wil dat mijn kind naar het gymnasium gaat.

Soms denk ik: ik heb geen inspiratie, ik zou niet weten waar ik nog over moet schrijven (behalve boeken natuurlijk, want dat is altijd een goed thema!). Maar dan raak ik weer in gesprek met andere ouders en geven zij me vanzelf ideeën.

Zo was ik met twee moeders in gesprek over schoolkeuze (voor een middelbare school). De oudste dochter van een van die twee moeders zit nu namelijk in groep 8 en moet binnenkort dus een school gaan kiezen. Ze heeft havo advies. Als een van de weinigen uit haar klas (op een kleinschalige basisschool in een dorp), want het merendeel heeft vwo-advies. Die moeder zei dat zij zelf de havo helemaal prima vindt. Haar dochter leek haar toch al niet echt een ‘vwo type’ en hoeft van haar ook absoluut niet naar het gymnasium.

Nee,” zei de tweede moeder, “want wie wil daar nou naartoe?

Ik, dacht ik meteen. De twaalfjarige ik wilde dat, en de nu vierendertigjarige ik is blij dat ik dat heb gedaan.

Hoe het bij mij ging

Zelf had ik havo-advies, maar daarmee mocht ik naar een havo/vwo brugklas. Daar haalde ik hoge cijfers, dus mocht ik naar het vwo. Ik koos Latijn als keuzevak (waar ik trouwens niet per se goed in was), koos het profiel Economie & Maatschappij (waar ik wél spijt van heb, want als ik érgens geen aanleg voor en zin in had dan was het wel economie) en haalde zes jaar later mijn gymnasium diploma. Met moeite, maar ook weer niet heel veel moeite. Zoals alle pubers had ik geregeld geen zin in huiswerk, maar leren uit boeken op zich vond (en vind!) ik leuk. Informatie verwerken door te lezen ging en gaat me makkelijk af, ik was daardoor een typisch ‘boekenkind’ en geen ‘praktijk kind’. Het een is niet beter dan het ander. Maar het een paste wel duidelijk beter bij mij dan het ander.

Goed, ik haalde dus dat diploma, en toen kon de pret pas echt beginnen. Ik studeerde Nederlandse, specialiseerde me in moderne Nederlandse letterkunde en studeerde weer vier jaar later cum laude af met een onderzoek naar de poëzie van Hans Faverey. Waar ik op de middelbare ook vakken had die me echt niets interesseerden, daar voelde ik me op mijn studie echt als een vis in het water. Ik verslond boeken (studieboeken en ook gewone) en ontdekte manieren van kritisch denken en redeneren waar ik tot vandaag de dag veel aan heb.

Een categoriaal gymnasium is geen afspiegeling van de maatschappij

Het argument van de moeder die zich afvroeg waarom iemand ooit naar het gymnasium zou willen gaan, is dat ze het geen afspiegeling van de maatschappij vond. Ze had het over een categoriaal gymnasium. Ik ben het ermee eens. Stel dat mijn zoon of zoons vwo advies krijgen, dan zou ik ook eerder voorstander zijn van een ‘gewone’ gemengde school dan van een school waar alleen maar gymnasium leerlingen zitten. Aan de andere kant: als dat het schooltype is dat bij ze past, waarom zou dat dan niet goed zijn? Natuurlijk wil ik niet dat ze opgroeien in een ivoren toren, maar ik geloof wel dat er genoeg andere mogelijkheden buiten school zijn waarbij ze wel in contact komen met ‘de maatschappij’ in al zijn lagen, bijvoorbeeld op een sportvereniging.

Hoe ik hoop dat het bij mijn zoons zal gaan

Ik hoop dat mijn zoons twee dingen doen: 1. dat ze doen wat ze leuk vinden en 2. dat ze hun potentie benutten. Dat hoeft helemaal niet (alleen maar) op intellectueel gebied te zijn. Als een van de twee of beiden vmbo-advies krijgt, zal ik me daar niet tegen verzetten – tenzij ik echt denk dat het ongefundeerd is. Als een van de twee of beiden vwo advies krijgen hetzelfde.

En als mijn zoon (ik denk hierbij aan mijn oudste, die erg op mij lijkt) het type blijkt te zijn dat goed gaat op kennis leren uit boeken, dan zou ik wél willen dat hij naar het gymnasium gaat. Niet omdat dat ‘het hoogst haalbare’ is, maar omdat dat dan is wat bij hem past. Net zo min als we moeten neerkijken op vmbo’ers, hoeven we ook niet bang te zijn voor de ivoren toren van het gymnasium.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *