Stranger danger. Waar ik mijn kinderen wel (en niet) voor waarschuw als ze alleen buiten spelen.

Toen ik Frederiek vertelde dat mijn zoons (bijna 5 en bijna 7 jaar) wel eens alleen – dus zonder mij – buiten speelden, vroeg ze: “Heb je een gesprek gehad over enge mannen enzo?

Een interessante vraag. Want wat zeg je? Waar gaat waarschuwen over in bang maken en in hoeverre moet en kun je vertrouwen op het handelen of de intuïtie van je kind?

Alleen buiten spelen

Sinds kort (nu een maand ongeveer) spelen mijn kinderen alleen buiten. Alhoewel: alleen-alleen zijn ze eigenlijk nooit, want ze zijn altijd met zijn tweeën, samen. Dat is de eerste en belangrijkste regel die ik heb gesteld: je blijft bij elkaar, zeker bij het oversteken. Als ze naar het voetbalveldje willen, moeten ze 1 rustig straatje met eenrichtingsverkeer over. Dat stelt niet zoveel voor, maar toch wil ik dat Elia hier op zijn kleine broertje let. Want die zie ik nog wel vol enthousiasme de weg oprennen achter de bal aan zonder eerst te kijken… Elia zelf doet dat niet. Dat weet ik, omdat ik hem ken en hem ook geobserveerd heb in deze situatie. Sowieso is Elia er de reden van dat ik ze met een gerust hart ‘laat gaan’. Hij is de oudste en bovendien zit voorzichtigheid in zijn karakter. Daarnaast heeft hij een bijna heilig ontzag voor regels – fijn, zeker in dit soort gevallen!

Potentiële gevaren

Gevaar zit in een klein hoekje. Als ik actief ga bedenken wat er allemaal mis kan gaan, kan ik zo wat doemscenario’s bedenken. Iemand valt op zijn hoofd van een trappetje af, iemand verstuikt zijn enkel en kan niet meer naar huis lopen, ze gaan verder dan ze mogen en verdwalen, ze worden gekidnapt. Dat zou ik theorie allemaal kunnen gebeuren. Maar ja, ik kan ook aangereden worden terwijl ik zelf door de wijk fiets, en hoe groot is die kans? Het leven zit vol gevaar, je kunt ze niet tegen alles beschermen (al zou je dat willen) en loslaten is ook gezond.

Waarom ik (meestal) toch niet bang ben

Het lukt me vrij goed – beter dan ik van tevoren had verwacht! – om hier rationeel over na te denken. Ja, misschien valt eentje wel zo hard dat hij niet meer kan lopen, maar dan zijn ze dichtbij en komt de ander me wel halen. Ja, misschien lopen ze wel een keer verder dan ze mogen (al denk ik dat dit niet eens bij Elia zou opkomen), maar geen van beiden is zo roekeloos dat ze heel ver zouden gaan. En ja, misschien worden ze gekidnapt, maar hoe groot is die kans op klaarlichte dag midden in een woonwijk waar ze sowieso met zijn tweeën en vaak ook met meer buurkinderen zijn? Het gebeurt, dat weet ik, maar ik kies ervoor om te geloven dat die kans zo klein is dat het het niet waard is om angst te laten regeren.

En die enge man dan?

Daar hebben we het natuurlijk over gehad. Al vaker ook, lang voordat ze alleen buiten gingen spelen. Net zoals we het gehad hebben over snoepjes van onbekenden (niet aannemen) en gevonden pilletjes (niet in je mond stoppen). Ik heb wel eens uitgelegd wat een kinderlokker doet en wat je zelf moet doen als je denkt dat een onbekende volwassene iets van je wil. Elia is sowieso mensenschuw, die zou bij wijze van spreken al alarm slaan wanneer iemand tegen hem zegt dat hij een mooie fiets heeft. Noël vindt alle mensen hartstikke leuk, maar begrijpt goed wat de regels zijn en volgt zijn grote broer in alles. Over kinderlokkers heb ik het niet vaak, zelden eigenlijk, en dat vind ik goed zo.

Ze zijn gewaarschuwd, maar niet bang – precies zoals opgroeiende, ontdekkende, buiten spelende kinderen zouden moeten zijn.

Ze hebben overigens geen smartwatch, telefoon, horloge of huissleutel. Iets waar ik wel over nadenk, maar ook mixed feelings over heb. Misschien krijgen ze dit in de toekomst wel. Een update zal dan volgen ;-).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *