Ik hou van je. Maar ik wil nu even niet bij je zijn. Struggles van een introverte moeder.

Het lijkt soms alsof ‘introvert zijn’ het nieuwe hip zijn is. Overal lees ik artikelen over gevoelige, introverte mensen en tips met hoe hiermee om te gaan. Zoals ik het zie, is het niet iets bijzonders. Sommige mensen zijn heel extravert, sommige heel introvert, en het merendeel van ons zweeft er ergens tussenin, wat meer neigend naar de ene of juist naar de andere kant. Je kunt alle introverten niet over één kam scheren en dat zou ook niet best zijn.

Dat gezegd hebbende, ga ik het nu toch hebben over mezelf als introverte moeder. Eerder schreef ik ook de blog als introverte moeder een extravert kind hebben. Ik ben meer introvert dan extravert. Iedereen die mij kent zal dat beamen. Toch is het niet zo dat je, als je mij kent, denkt: Zo hee, die is introvert!

Mijn introversie (mooi woord) is denk ik vooral internaliserend. Ik kan prima functioneren in een groep, ook al ben ik omringd door onbekenden (ik vind dat niet per se leuk overigens, maar dat geldt denk ik voor vrij veel mensen), ik ben niet heel verlegen en ik heb er geen enkele moeite mee als de aandacht op mij gericht is – ik sta niet voor niets voor de klas. Als ik me ertoe zet, kan ik heel sociaal zijn en kletsen over niets met collega’s in de kantine.

Maar daar zit het hem wel in volgens mij: ik moet mij ertoe zetten. Dat lukt prima, maar gaat geenszins automatisch, waardoor het mij relatief veel energie kost. Na een werkdag vol klassen en collega’s ben ik dan ook wel ‘op’. Dat klinkt dramatischer dan het is. Ik stort niet in, letterlijk noch figuurlijk, maar de onrust zit vanbinnen en uit zich soms in dat ik kortaf doe of niet echt meer luister naar wat een ander zegt. Ik heb dat niet alleen in werksituaties, maar bijvoorbeeld ook op een feestje met vriendinnen. Dat vind ik wél oprecht leuk en zou ik niet willen missen, maar erna moet ik er net zo goed van ‘bijkomen’. Sommige mensen krijgen energie van dit soort sociale contacten, hun batterij wordt er als het ware door opgeladen, die van mij raakt alleen maar leger. En dat geeft niet, mits er daarna/daarvoor/daaromheen genoeg momenten van rust zijn. Dingen worden mij gauw te veel, zo zou je het kunnen samenvatten.

Voordeel: als je het weet van jezelf, kun je erop inspelen en je dagen zo plannen dat er ook (genoeg) rustmomenten in voorkomen. Nadeel: rustmomenten met kinderen zijn zeldzaam én kinderen doen niet altijd wat je wilt of gepland hebt.

Wat voor dingen doe ik om het fijner voor mezelf te maken?

Me-time before we-time

Eigenlijk houd ik niet zo van die Engelse uitspraken, maar deze vond ik dan wel weer leuk gevonden. Me-time before we-time. Tijd voor mezelf en dan pas tijd voor ons samen. Niet noodzakelijkerwijs in die volgorde, kan ook andersom. Maar in elk geval óók genoeg momenten helemaal alleen (en het liefst ook nog in stilte). Want daar laad ik van op.

Nu is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Met name in het begin, toen de jongens nog baby & peuter waren, wás er simpelweg niet zoveel ruimte (letterlijk en figuurlijk) voor mijn eigen behoeftes. Want die van hen stonden bovenaan. Misschien niet ‘goed’, maar dat is wel zoals het ging. Tegenwoordig heb ik – door schade en schande – geleerd hoe belangrijk het is om die momenten wél bewust te creëren. Ik doe dat door ze soms naar opa en oma (win-win) of de BSO te brengen, of door in het weekend iets voor mezelf te doen wanneer mijn vriend ook thuis is. In de ideale wereld had ik nóg meer me-time dan ik nu heb, maar goed, in de toekomst zal ik hun dagelijkse aanwezigheid ook wel weer gaan missen… Overigens slaat de ‘we-time’ net zo goed op mijn vriend. Hoezeer ik ook van hem hou, soms ben ik liever alleen dan met hem. Gelukkig kent hij me inmiddels wel, dus vat hij het niet persoonlijk op ;-). Ook wanneer ik dus veel samen met hem ben, pak ik mijn alleen-momenten door bijvoorbeeld (in mijn eentje) ergens heen te wandelen of eerder naar bed te gaan – dat doe ik sowieso – om daar te lezen.

Me-time in hun bijzijn

Stilte en rust kan ik niet creëren wanneer de kinderen thuis zijn. Tegenwoordig krijg ik ze soms wel zo ver dat ze naar boven gaan om in hun speelkamer te spelen, maar dan nog hoor ik ze continu. En dat hoort ook, want het zijn spelende kinderen.

Wat ik wél kan doen, is iets voor mezelf doen om te ontspannen in hun bijzijn. Dat kan een eigen activiteit zijn, zoals puzzelen of gebaren oefenen, maar het kan ook een gezamenlijke, ontspannen activiteit zijn, zoals kleuren of boekjes lezen. Ze moeten wel in de goede stemming hiervoor zijn, soms lukt het simpelweg niet omdat ze te druk zijn. Ik daarentegen ben altijd in de stemming voor iets rustigs ;-).

“Mama wil nu heel graag even lezen”

Elia is nu op een leeftijd dat ik het ook daadwerkelijk aan hem kan uitleggen. Het helpt denk ik hierbij ook dat hij op mij lijkt. Ik zeg dan dus bijvoorbeeld: “Jullie zijn lief aan het spelen, maar jullie maken wel erg veel geluid. Dat maakt het moeilijk voor mij om mijn boek te lezen. Als jullie nu even boven gaan spelen, kunnen we straks samen een spelletje doen.” Dit werkt natuurlijk niet altijd, maar soms wel.

Me-time als moeder? Niet makkelijk, maar voor sommigen (onder wie ikzelf) wel noodzakelijk. Het maakt mij een leukere moeder en een leuker mens over het algemeen. Daarom ben ik ook zo blij dat ze nu ouder en zelfstandiger zijn, zoals ik al eerder schreef. Lang leve opgroeien!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *