
De eerste schooldagen. En: OMG ik heb geen crèche kinderen meer…
Twee weken geleden zijn wij verhuisd. Vicky zou nog een maand in Amsterdam naar de crèche gaan (tot de 27e), alleen onze school hier gaf aan dat ze prima al eerder kon beginnen. Nou, dat leek mij echt een topplan. Anders hadden we een maand lang heen en weer moeten rijden van Amsterdam naar Bilthoven. En daarnaast denk ik echt dat ze er aan toe is. Al haar vriendjes zijn net vier en verlaten de crèche. En: hoe onduidelijk is het dat ze dan steeds langs haar oude huis rijdt?!
Zie even hoe ons rooster er dan uit had gezien op, bijvoorbeeld, een maandag:
8.30 – Samen naar Amsterdam, Vicky brengen en naar kantoor
14.00 – Een van ons naar Bilthoven met de trein om Kobe te halen
18.30 – Degene die in Amsterdam blijft via de crèche van Vicky om haar op te halen
En dat dus drie dagen in de week. Nee, we hadden dat allemaal niet erg prettig gevonden.

Maar Vicky mocht dus gewoon op school beginnen. Ze was er ook echt klaar voor en heeft me de afgelopen twee maanden zo’n drie tot vier keer op een dag gevraagd: ‘Ga ik morgen al naar school?’ Dat we een kalender op de koelkast hadden hangen, maakte haar niets uit. Ze moest en zou het nog even vragen.
Net als Noël (zie ook Carmens blog ‘Hij doet het zo goed – Waarom ik weerzin voel tegen deze (goedbedoelde) uitspraak’) zijn juffen, zeiden ook Vicky haar juffen de hele tijd dat het zo goed ging; ‘ze doet het zo goed’, ‘we zijn verrast’, ‘ze is nog zo klein maar luistert zo goed’ en ‘ze is al zo zelfstandig’ zijn ook uitspraken die langskwamen.

Vuist in haar mond
Maandag huppelde ze de klas in en ging ze gelijk naar haar kapstok toe met de juf. Alles was waarschijnlijk zo overweldigend dat ze waarschijnlijk vergat hoe spannend ze het vond. Rennend en huppelend kwam ze ook weer naar buiten gelopen. Dinsdag en woensdag was het alweer een ander verhaal. Ze zat op mijn schoot, haar hand in haar mond geduwd en nee hoor, geen denken aan dat ze zelf die deuren door zou lopen.
Uiteindelijk heb ik haar verteld dat ik vanuit de opening van de school kon zien waar ze haar jas op de kapstok zou hangen. Toen ging ze aarzelend met de juf mee. Niet huilen, niet schreeuwen, niet krijsen, of ‘niet willen’, maar ze ging rustig mee. En ook de dinsdag en woensdagmiddag (en vandaag) kwam ze weer huppelend de school uit.
En toen donderdag en vrijdag...
Woensdagochtend heb ik blijkbaar een foutje gemaakt. Zij ging de klas in en gaf me nog een laatste zwaai. Ik had vlak daarvoor al een laatste hand opgestoken. ’s Avonds in bed kwam het hoge woord eruit: ik had haar nog gedag moeten zeggen.. Die donderdag- en vrijdagochtend was het enorm moeilijk om haar de school in te krijgen.
‘Mama, ik wil bij jou blijven.’
‘Mama, blijf nog even?’
Zo moeilijk om dan afscheid te nemen hoor… Ik ben erg benieuwd hoe het aankomende maandag gaat 🙂
Wat ze erover vertelde?
Tja… wat vertelt een kind…? Iets met een schat zoeken, een naam van een jongen noemde ze opeens, maar of ze daarmee speelde? Geen idee 🙂 Dit zijn de vijf vlagen die ik hoorde:
- Ik moest een schatkist zoeken. En ging over een brug. De juf hielp me (??)
- Vandaag heb ik de R geleerd. Met zo’n bocht enzo. Ehhh..
- Mag ik P**** uitnodigen voor mijn feestje? (Er staat in de school namenlijst geen P****;))
- Ik heb vandaag deze man getekend (haalt een tekening uit haar tas met een heel lelijk maar grappig mannetje).
- Vandaag was iemand jarig. En ik ging, ik deed. Eh, we kregen we snoep.
Ik ben benieuwd wat de komende jaren gaan brengen 🙂