Het wordt steeds leuker met ze. De balans tussen inspanning en ontspanning.

Ik vind baby’s leuk. Hoe jonger hoe beter. Ze zijn zó ontzettend schattig en zó ontzettend hulpeloos. Ze ruiken lekker en maken lieve babygeluidjes en ik doe niets liever dan met zo’n hummeltje op mijn borst op de bank hangen.

Ik vind kinderen leuk. Kinderen over het algemeen, maar vooral mijn eigen. Ze zijn grappig, goudeerlijk en ontwapenend. Pubers zijn mijn favoriete doelgroep om les aan te geven, ik vind het interessant om ze te zien terwijl ze in de overgangsfase van kind naar jongvolwassene zitten.

Ik vind dus eigenlijk alle leeftijdscategorieën wel leuk, al zijn sommige fases meer favoriet dan andere. Als ik naar mijn eigen kinderen kijk, valt over het algemeen op dat ik ze leuker gezelschap vind nu ze wat ouder zijn.

Niet in de laatste plaats omdat het makkelijker is. Ze hebben niet meer continu zorg nodig, ze hebben mij steeds minder nodig, maar nog wel nodig ‘genoeg’ om heel close met ze te zijn (zowel emotioneel als lichamelijk). Ze maken natuurlijk ook ruzie en kunnen enorm druk zijn, maar er gaan ook steeds langere periodes voorbij waarin ik er net zo goed niet had kunnen zijn. Vooral als ze buiten en/of met andere kinderen spelen.

Laatst was ik bijvoorbeeld met Elia, Noël en een vriendje van Elia in de speeltuin. Het was mooi weer, de zon scheen, en de jongens waren druk bezig met steentjes en een waterstraaltje. We waren zo’n anderhalf uur in die speeltuin, waarin ze welgeteld twee keer naar me toegekomen zijn. Eén keer omdat Noël moest plassen, en een keer omdat ze een slokje water wilden. De rest van de tijd heb ik ongestoord mijn boek kunnen lezen.

En dat vind ik fijn, heel fijn. Ik vind het geen probleem om met mijn kinderen te spelen, meestal best leuk juist – zéker als we spelletjes doen (ik ben dus totaal niet zoals de schrijfster van dit stuk). Maar ik vind het ook erg fijn om af en toe ‘rust’ te hebben. Om te kunnen doen wat ík wil, zonder gezeur of gehuil. Dan ben ik daarna weer helemaal ‘opgeladen’ om juist volop in die aandacht modus te gaan. En dat komt goed uit, want na zo’n periode van zelf/alleen spelen, hebben ze mij wel weer nodig. Die balans is op dit moment heel goed, en wordt naar verwachting alleen maar beter als ze nog ouder zijn.

Soms vraag ik me wel eens af of het anders zou zijn als Elia enig kind geweest was. Of hij dan wél meer aandacht had gevraagd, net zoals Noël doet wanneer zijn grote broer op school is. Het antwoord op die vraag zal ik nooit kennen. En hoef ik ook niet te kennen. Ze hebben momenten met elkaar, en ze hebben momenten met mij, en dat is een mooie afwisseling.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *