“Geef maar een handje.” Waar ligt de grens tussen verlegen en onbeleefd zijn?

Ik schreef deze blog een jaar geleden, toen een hand geven nog heel normaal was. Ondanks dat we dat nu niet meer doen, is de strekking van de blog verder vrij actueel. We zijn inmiddels een jaar verder, Elia is nu 5, en zijn verlegenheid neemt af. Of beter gezegd: hij leert er steeds beter mee omgaan zelf. Ik heb hier niets bijzonders voor gedaan, hij is er als het ware ‘in gegroeid’. Hij speelt nog steeds zelden bij een vriendje zonder dat ik erbij ben, maar hij kan nu wél in z’n eentje naar een kinderfeestje. En hij zegt soms iets tegen een onbekende volwassene (niet uit zichzelf maar wel als antwoord op een vraag).


Over het algemeen zijn er weinig dingen die ik echt lastig vind in de opvoeding van mijn kinderen. Natuurlijk maken de kleuter en ik samen soms een moeilijk moment door, en natuurlijk is het sussen van de driftbuien die de peuter in de supermarkt heeft ook niet mijn favoriete tijdverdrijf, maar meestal zitten mijn gevoel (intuïtie) en mijn verstand op één lijn wanneer het op opvoeden aankomt.

Er is echter één gebied waarop ik er moeite mee heb, en dat is de (extreme) verlegenheid van mijn oudste zoon. Elia is nu 4,5 jaar. Hij is heel gevoelig, zoals ik eerder schreef. Hij vindt alle vormen van contact maken met volwassenen die hij niet (goed) kent lastig, en kan in sommige sociale situaties dan ook helemaal blokkeren. Dat weet ik, en daar houd ik rekening mee. Mensen die hem langer kennen, zoals de peuterleidsters op het kdv waar hij naartoe ging, of zoals zijn juf nu, vinden hun eigen manier om met hem om te gaan – soms succesvol en soms wat minder.

Zelfs wanneer alle mensen bekend zijn, kan een bepaalde situatie nog steeds ervoor zorgen dat mijn zoon niet mee wil doen. Bijvoorbeeld wanneer er een groepsfoto gemaakt moet worden, of wanneer alle kindjes gecontroleerd moeten worden op luizen. Aan het eind van de dag staat iedereen dan op de foto, behalve Elia. En iedereen is gecontroleerd, behalve… je raadt het al. Playdates vinden ook steevast bij ons thuis plaats, omdat Elia niet zonder mij bij een vriendje durft te spelen. Zelfs niet als we daar al vaker samen geweest zijn, en zelfs niet als hij de ouders van dat vriendje ook kent.

Maatwerk

Ieder kind is anders. Natuurlijk. En ieder kind is daarom gebaat bij een andere aanpak. Dat merk ik ook heel sterk in mijn werk: de ene leerling is gek op zelfstandig werken en intrinsiek gemotiveerd, waar een ander echt stap voor stap expliciete instructie nodig heeft en daarna nog steeds het liefst wil dat ik het samen met hem ga zitten doen. Tot nu toe hebben alle ‘onbekende’ volwassenen die een rol spelen in Elia’s leven zelf gekozen hoe ze met hem om willen gaan. En dat is prima. Sterker nog, ik denk dat dat heel leerzaam is voor hem (voor alle partijen eigenlijk). Zo is zijn juf best ‘streng’ in die zin dat er voor hem dezelfde regels gelden als voor alle andere kleuters. Hij gaat niet op schoot zitten (zoals hij op het kdv wel altijd deed), en aan het begin van de dag moet ik na een tijdje weg, net als alle andere ouders. Dat vind ik ook wel zo normaal en gezond. Elia zelf is hier overigens al helemaal aan gewend. Waar hij in de eerste schoolweek nog wel eens huilend achter me aan gerend kwam de gang in (…), daar is hij nu nog steeds niet echt blij bij het afscheid, maar hij accepteert het.

Dit gedeelte gaat nu, een jaar later, echt vele malen beter. Afscheid nemen is geen enkel probleem meer. Ik mag niet meer mee de klas in, maar geef hem een kus bij het hek en dan loopt hij zelf het plein op. Zonder huilen, zonder gedoe. Zo fijn!

Toch blijven er dingen die Elia niet (of met veel moeite) doet. Tegen de juf praten bijvoorbeeld. Dat doet hij nooit, behalve als het echt niet anders kan (als hij naar de wc moet). Een handje geven – wat nu gelukkig voor hem afgeschaft is 😉 – deed hij wel, maar ook pas na een tijdje, en na herhaaldelijk aandringen van mijn kant. Daarbij keek hij steevast naar de grond. Of opzij. In elk geval keek hij de juf niet aan.

Als we ’s ochtends de klas binnen komen, zie ik hoe Elia de omgeving (elke dag opnieuw) in zich opneemt en zijn plaats daarbinnen (figuurlijk) bepaalt. De verandering van thuis aan het ontbijt zitten naar knutselen in een groepje, is voor hem elke dag weer wennen. Vaak staat hij ook als enige helemaal stil. Tussen de schreeuwende, rennende, joelende kleuters staat hij dan te kijken, te observeren. Soms kan ik bijna voor me zien hoe het gaat in zijn hoofd: die strijd tussen ‘ok ik ben nu weer hier, dit is ook oké‘ en ‘ik wil NU terug naar huis, niet weggaan mama!‘.

Als de juf (of welke andere volwassene dan ook) hem op dat moment iets vraagt, negeert hij haar wel bewust.

Verlegen versus onbeleefd

Dit vind ik nog wel een dingetje. Elia mag van mij zo verlegen zijn als hij wil, dat is zijn karakter en dat is helemaal prima. Maar ik wil niet dat hij onbeleefd is. En dingen als handje geven, maar ook ‘dankjewel’ zeggen en mensen aankijken, zijn fatsoensnormen waarvan ik graag wil dat hij ze respecteert. Van een dreumes kun je (nog) niet verwachten dat die dat begrijpt of überhaupt op commando doet, maar van een vierjarige wel.

Behalve dat ik dat, als moeder, wil, lijkt het me voor hemzelf ook fijner als hij minder extreem leert reageren. Dat hij minder bang leert zijn voor het onbekende, dat de keuze niet alleen freeze of flight is, maar ook gewoon… accepteren. Zonder te verstijven of te blokkeren, zoals nu vaak het geval is. Hij is pas 4, maar in het leven komen natuurlijk wel steeds meer situaties waarin hij contact met volwassenen zal moeten leggen, of hij nou wil of niet, of waarin er iets onverwachts gebeurt waar hij op dat moment mee moet zien te dealen.

Misschien leert hij het met de tijd, misschien moeten we er zelf actief iets aan doen. Ik ben in elk geval al blij dat dit ‘probleem’ niet speelt met andere kinderen. Daar praat hij wél tegen (die commandeert hij soms zo dat ik denk ‘dit mag wel iets minder’) en bij hen lijkt hij zich helemaal op zijn gemak te voelen. Bij sommige meer dan bij andere natuurlijk, maar dat hoort erbij. Gelukkig voor hem zitten er daarvan de meeste in zijn klas ;-).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *