Ophalen en koken. De twee meest stressvolle momenten van elke dag.

Aan deze blog was ik een jaar geleden begonnen, toen er van Corona nog geen sprake van. In de tussentijd is er hier thuis aardig wat veranderd – ten goede! – en zijn de stressvolle momenten vanzelf minder stressvol geworden. Omdat de jongens beter luisteren, of omdat ik zelf rustiger blijf, wie zal het zeggen? Het leek me hoe dan ook interessant om terug te kijken en wie weet heeft een ander nog iets aan de oplossingen die ik bedacht heb…

Hoewel ik ‘maar’ vier ochtenden werk en dus veel tijd met de jongens heb (precies zoals ik het zelf wil), en hoewel onze agenda vaker wel dan niet leeg is, is ook mijn leventje met ze geen oase van rust. En dat kan natuurlijk ook niet met twee kleintjes. Toch blijf ik me er soms over verbazen dat sommige momenten op de dag structureel zo stressvol zijn (met uitzondering van het weekend dan). Het eerste moment dat ik als stressvol ervaar is eigenlijk het ‘ergste’: het ophalen van school. Op een goede tweede plaats volgt het avondeten inclusief koken. Wat maakt nou juist dat dit de situaties zijn waarin het zweet me – figuurlijk, maar soms ook letterlijk – uitbreekt? En zou ik dat niet op de een of andere manier kunnen voorkomen? Een ezel stoot zich immers niet twee keer (per dag!) aan dezelfde steen toch…

Krioelen op het schoolplein

Eerst even wat context: 4 dagen per week ben ik degene die Elia ophaalt van school, waarvan 3 dagen samen met Noël. We gaan dan op de mamafiets. Elia is om 14.00 vrij en komt dan samen met zijn juf het schoolplein op, waar de kleuters keurig bij hun klas (4 kleuterklassen in totaal) staan te wachten. Er is een hek rondom dat schoolplein, maar dat staat dan logischerwijs open. Op het speelplein zelf is verder een houten speelhuisje met schommel. Buiten het hek staan dan fietsen (heel veel fietsen) en is er ook nog een autoweg, waarop mensen weliswaar langzaam maar toch wel echt met auto’s rijden.

De situatie op en rondom het schoolplein kan ik het best omschrijven als gekrioel. Het wemelt er niet alleen van de kleuters, maar ook van de broertjes, zusjes, ouders met en zonder kinderwagens die allemaal door elkaar heen lopen en (naar) elkaar roepen. Wanneer ik Noël in de kinderwagen bij me heb, is het relatief makkelijk en overzichtelijk. Hij kan dan namelijk geen kant op. Ik ga echter liever met de mamafiets, omdat we dan sneller thuis zijn en ik hem meteen in bed kan leggen voor zijn middagdutje. Zo voorkom ik ook dat hij in slaap valt in de wagen. Het grote nadeel hiervan is dat zowel Elia als Noël ‘los’ lopen in de wanordelijke drukte. Noël ben ik eigenlijk direct al kwijt, want die rent naar de glijbaan. Daar mag hij van mij best even alleen spelen totdat ik Elia gehaald heb. Vervolgens spelen ze daar samen (met nog veel andere kindjes). En dan moeten we toch echt naar huis… op dit punt heeft ten minste 1 kind daar meestal geen zin in. Elia krijg ik nog wel mee, maar Noël verzet zich met alle macht. Vorige week klampte hij zich bijvoorbeeld met beide handjes vast aan het hek (…). Het was ondertussen ook keihard aan het regenen (…). Ik probeerde hem los te trekken en riep ondertussen naar Elia dat hij absoluut niet zelf mocht oversteken (…). Op dat moment kwam ik een bekende mamavriendin tegen, die zei: “Hey Carmen!”. Ik zei: “Hey… zoals je ziet heb ik alles onder controle.” Daar konden we allebei dan wel weer om lachen. Maar ontspannen is anders…

Hoe ik dit destijds opgelost heb? De oplossing was even eenvoudig als voor de hand liggend: ik haalde Noël gewoon niet meer uit zijn fietsstoeltje. Hij bleef daar in zitten – de mamafiets heeft een goede standaard dus dat kan gewoon veilig – terwijl ik even snel heen en weer liep om zijn grote broer te halen.

Voorbereiding is het halve werk

Anders dan het ophaalmoment, is het halfuurtje in de avond waarin ik moet koken en we met z’n allen aan tafel gaan. Soms is mijn vriend er dan al, vaker ben ik echter alleen omdat hij pas later thuiskomt. Wat ik van tevoren weet en wat helemaal prima is. Het is sowieso een lastig uurtje vind ik, zo tussen 18.00 en 19.00. De kinderen zijn moe en daardoor vaak juist superdruk wat leidt tot een hoop geren, geschreeuw en geruzie, ze hebben honger maar ook zin om vooral niet gewoon datgene te eten wat ik ze geef, en ik ben zelf ook niet op mijn best aan het einde van de dag. Een tijdlang heb ik ze voor de televisie gezet als ik moest koken. Dat ging redelijk, maar ook niet top, omdat ze dan alsnog ruzie gingen maken over wie hoe lang wat mocht kijken. Bovendien wil ik de televisie eigenlijk juist zo min mogelijk aan hebben. Dus dat doen we niet meer.

Wat ik nu probeer te doen is om alvast te koken of in elk geval zoveel mogelijk voor te bereiden in de middag, als Noël slaapt. Dan hoef ik het daarna, tijdens spitsuur, alleen nog maar op te warmen. Dat werkt goed, Elia vindt het ook leuk om mij dan te helpen door bijvoorbeeld fijngesneden groenten in de pan te doen.

De oplossing staat er eigenlijk al: voorbereiding is het halve werk. Koken tijdens het spitsuur was geen goed idee, dus dan maar eerder op de dag, of verspreid over meerdere, korte momenten. Kunnen je kinderen geen twintig minuten zonder je? Dan mogelijk wel af en toe drie minuten, waarin je toch mooi iets kunt snijden of boontjes kunt doppen. En mocht zelfs dat je nou niet lukken (ik oordeel niet!), dan zijn er altijd nog diepvriespizza’s met snoeptomaatjes ;).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *