
‘Vind je het niet erg dat je geen dochter hebt?’. Dat zal ik je vertellen…
Kinderen maken je wereld kleiner, en tegelijkertijd kom je met ze op plaatsen waar je anders nooit gekomen was. Zoals bij een speelclub. Nu lopen daar allerlei verschillende moeders rond, de een (natuurlijk) meer mijn type persoon dan de ander. Ik heb er goede vriendinnen gemaakt (hoi R., ik weet dat je dit leest met de vertaling ;)), maar ik heb er soms ook een gesprek waarvan ik denk: Gebeurde dit nou echt?
Zoals een tijdje terug. Ik raakte in gesprek met een moeder die ik verder niet ken. Ze had twee dochters en was in verwachting van haar derde kind. Op mijn vraag of ze wist wat het werd, zei ze: “Nee, maar ik hoop een jongen, dan zijn we klaar.” Een tamelijk bijzondere opmerking vond ik dat, want wat ga je anders doen? Net zo veel kinderen blijven maken totdat er een zoon tussen zit? We praatten wat meer, over baby’s ook, en ik zei dat ik het zo relaxt vond dat mijn kinderen nu ouder en zelfstandiger zijn. Of ik geen derde wilde? Nee, zei ik. Of ik het dan niet erg vond dat ik geen dochter had?
…Nee, zei ik maar weer. Maar eigenlijk had ik veel meer willen zeggen dan dat ene woordje. Daarom hier de rest van mijn antwoord in een blog.
Al zolang mijn kinderwens bestaat (en dat is erg lang), zag ik mezelf als meisjesmoeder. Ik zou mijn dochter(s) haren vlechten, we zouden samen met poppen spelen en, als ze ouder was, maskers opdoen en onze nagels lakken. Dat ik dit beeld zo voor me zag, komt denk ik deels ook door mijn eigen opvoeding. Mijn vader werkte altijd lange dagen, ik was dus dagelijks vooral met mijn moeder. Moeder en dochter, zo vanzelfsprekend dat die lijn zich zou voortzetten…
Natuurlijk is daar niets vanzelfsprekends aan.
Vind ik het erg?
Als ik geen kinderen had kunnen krijgen, had ik dat erg gevonden. Als ik een kindje was verloren, tijdens de zwangerschap of erna, had ik dat erg gevonden. Vreselijk zelfs. Dát zijn dingen waar ik om zou rouwen – het niet hebben van een dochter is daar niet eentje van.
Toen ik bij mijn oudste zoon bij de twintig weken echo vernam dat hij een jongen was, moest ik even omschakelen. Ik weet niets van kleine jongetjes, was mijn eerste gedachte. En ik weet meer van kleine meisjes, omdat ik dat zelf ook ooit geweest ben. Maar, en dit is sowieso een van de mooiste dingen aan het moederschap: al doende leer je. Ik wist eigenlijk ook weinig van baby’s over het algemeen. Maar hij heeft het mij geleerd. Samen hebben wij het geleerd. Toen mijn tweede kind ook een jongetje bleek te zijn, was dat in die zin een geruststelling: dit ken ik, dit heb ik eerder gehad. Hoewel Elia en Noël in niets op elkaar lijken – dus eigenlijk begonnen we weer van voor af aan.
Mis ik een dochter in mijn leven? Soms. Op dezelfde manier als ik mijn derde zoon mis (waarvan ik dus overtuigd ben dat het een jongetje geweest zou zijn). Niet als iets waar je om rouwt of van baalt, wel als abstract idee van ‘hoe zou dat zijn?’.
Je krijgt wat je hoort te krijgen
Hoe dat zou zijn, zal ik hoogst waarschijnlijk nooit weten. En daar heb ik 100% vrede mee – al heb ik soms een beetje FOMO als jongensmoeder, maar ook dat went snel (en is niet erg!). Ooit las ik als reactie op een controversieel stuk waarin stond dat het in de toekomst mogelijk zal zijn het geslacht van je kind te ‘kiezen’ (stel je voor!): Je krijgt wat je hoort te krijgen.
Dat vond ik mooi, en heel erg waar. Het klinkt misschien wat zweverig, maar ik geloof dat dingen gebeuren om een reden. Ik heb twee prachtige jongens gekregen die als dag en nacht verschillen, en ik heb nu al zoveel van ze geleerd.
Dat is niet erg – dat is fantastisch. Ik ben een jongensmoeder omdat ik een jongensmoeder hoorde te zijn. En daar ben ik zo trots op. ??
*Foto’s door Ayla Maagdenberg
Hi wat een mooie tekst en eerlijk en niet veroordelen. I