“Ik ben boos op jou.” Moeilijke momenten met mijn kleuter.

Hier op onze blog proberen wij een eerlijk beeld van het moederschap te schetsen. Of tenminste, van hoe wij het ervaren. Eerder schreef ik daar ook al over Wat ik van het moederschap vind. Maar dan echt. Ik ben een groot voorstander van het leven laten zien zoals het is, met alle ups en downs. Want die maakt iedereen mee, dus een moeder net zo goed. Ik ben geen groot voorstander van klagen en van in de ‘wat heb ik het toch zwaar’-modus blijven hangen, omdat je daarmee vaak weinig tot niets opschiet. Maar een kind opvoeden, hoe lief en leuk dat kind ook is, komt ook met uitdagingen.

En daar ga ik het vandaag over hebben: de moeilijke momenten die ik ervaar met mijn oudste zoon die nu 4,5 jaar is.

Over het algemeen vind ik het vrij makkelijk om Elia’s moeder te zijn. Hij is een behoorlijk introvert, gevoelig kind en voor een kleuter denk ik relatief rustig, al heb ik natuurlijk weinig vergelijkingsmateriaal. Hij is een goede eter, houdt ook van verschillende groenten, is vaak heel grappig en gaat zonder morren naar bed waar hij de hele nacht doorslaapt. Maar hij heeft ook zijn streken, net als ieder kind.

“Ik ben boos op jou”

De afgelopen tijd is Elia wat vaker dan voorheen boos op mij. Soms met een voor de hand liggende reden (hij mag iets niet dat hij wel wilde, hij is gefrustreerd omdat hij mee moet ergens naartoe waar hij niet naartoe wilde etc.), maar soms ook zonder dat ik ook maar enig idee wat ik nu weer ‘gedaan’ heb. Soms wordt hij bijvoorbeeld al boos wakker. Dan roept hij: “Mama weg!” als ik ’s ochtends zijn kamer in kom. Dat vind ik lastig. Ten eerste kan ik niet weggaan als het tijd is om te ontbijten en naar school te gaan, en ten tweede word ik zelf ook een beetje boos / verdrietig van de valse beschuldiging. Hoe kan ik nou stout zijn terwijl de dag pas 5 minuten begonnen is?

In ditzelfde straatje valt ook het commanderen wat Elia soms doet. “Jij moet nu dit voor mij pakken“, “jij moet aan die kant lopen“, “jij moet de bank opschuiven“. Mijn antwoord is altijd hetzelfde, namelijk: “Ik moet helemaal niets, maar als je het aardig vraagt doe ik het misschien wel voor je.” Soms werkt dat en voegt hij een – al dan niet humeurig – ‘alsjeblieft’ aan zijn verzoek toe, soms ook niet. En dan doe ik het dus ook niet.

Oost-Indisch doof

Wil je je jas even ophangen?

Elia. Wil je alsjeblieft je jas ophangen?

Hallo! Ik praat tegen je!

Zo gaat het soms ook. Hij hoort me heus wel, maar hij kiest ervoor om net te doen alsof dat niet zo is. Omdat hij geen zin heeft om datgene te doen dat ik hem vraag. Meestal helpt het dan om naar hem toe te gaan en het van heel dichtbij (en op ooghoogte) nogmaals te vragen, of om er meer uitleg bij te geven (‘als je je jas niet ophangt, struikel je er straks zelf over’). Maar soms helpen al die dingen ook niet en eindigt dit in een “Ik zeg het nog één keer. Als je nu je jas niet ophangt dan…“. En dat wil ik liever niet. Maar ik ga die jas toch echt niet zelf ophangen…

Mama moet het doen

Er zijn vrij veel dingen die meneer zelf kan, maar waarvan hij toch liever heeft dat ik het doe. Schoenen aantrekken bijvoorbeeld, of zijn rugzak dragen, een boterham smeren of water inschenken. Soms vind ik het prima om hem daarbij te helpen, maar soms ook niet. En dat wordt me niet altijd in dank afgenomen… Van een aanstellerig “ik kan het niet alleen” tot een boos “jij moet het doen!” (ik moet helemaal niets…): de weg naar zelfstandigheid is lang en hobbelig, zullen we maar zeggen…

Gemeen tegen zijn broertje

Over het algemeen heb ik echt niets te klagen over de manier waarop Elia en Noël met elkaar omgaan. Ik denk dat de verhouding leuk & lief samen spelen versus ruzie maken ongeveer 80% – 20% is. Heel gezond, lijkt mij. Neemt niet weg dat ik het erg vervelend vind wanneer Elia gemeen doet tegen zijn kleine broertje. Andersom kan ik het beter hebben, maar dat komt misschien ook omdat ik het zo onrechtvaardig vind om iets te doen bij een tegenstander die je makkelijk aankunt omdat hij kleiner is dan jij zelf bent.

Elia is best geniepig. Als ik even niet kijk, geeft hij Noël dan bijvoorbeeld een duw, en ontkent vervolgens dat hij iets gedaan heeft (…). Laatst had Elia Noël op zijn rug geslagen omdat hij een bepaald stuk speelgoed niet aan hem wilde geven. Noël begon – natuurlijk – te huilen. Ik vroeg aan Elia wat er gebeurd was, waarop hij zonder blikken of blozen zei: “Ik denk dat hij van de stoel gevallen is.” Terwijl er in geen velden of wegen een stoel te bekennen was…

Ik doe mijn best om bij een ruzie niet direct in te grijpen, want soms lossen ze het ook zelf op, maar andere keren moet ik wel ingrijpen. Heel soms lijkt Elia dan oprecht spijt te hebben van wat hij gedaan heeft, maar vaker kijkt onbewogen toe hoe zijn broertje verdriet heeft. En hangt hij vooral de onschuld zelve uit.

Gelukkig is Elia over het algemeen een hele goede, lieve, beschermende en altruïstische grote broer, en natuurlijk ook gewoon een heel leuk kind ;-). Elke fase brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, dat hoort erbij, en is soms niet leuk. Maar toch heb ik liever dit dan een dreumes met een driftbui om onduidelijke redenen…

Welke uitdagingen ervaar jij met je kind(eren)?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *