
Hoe verloren je jezelf kunt voelen als je je kind niet snapt.
Ik hang boven haar bed. Ze krijst het uit, haar tranen bungelen over haar wangen. Haar ogen zoeken. En blijven zoeken. Ze kijken naar de boekenkast, naar haar commode waar van alles op en naast ligt en naar haar speelgoed zak.
“Boekje pakken?” Ja dat lijkt een hele duidelijke opdracht, maar ik heb de afgelopen paar minuten al zo’n zes of zeven boekjes gebracht en weer teruggelegd. Blijkbaar begreep ik haar vrij duidelijke opdracht toch niet goed. Ook de deken die ik even geleden op haar moest leggen moet er weer af. De opdrachten die volgen:
“Snot afvegen” (ze had geen snot, wel een verstopte neus. Was dat het dan?)
“Deken bed.” Die ene weet je wel, die je net van haar af had gehaald.. Snap je toch wel..
“Slaap kindje slaap. Zingen!” Ja, maar ik heb net al twee boekjes voor het slapengaan voorgelezen.
Is het heel erg dat ik haar af en toe niet snap?
Kinderen proberen taal zich eigen te maken. Taal is een gigantisch ingewikkeld maar een belangrijk onderdeel van ons leven.
Als Vicky overdag iets probeert te zeggen en er maar 3 woorden van de hele zin bekend zijn bij haar, kan zij met non-verbale communicatie en met haar blije gezicht heel veel toevoegen zodat ik haar iets beter begrijp.
‘s Nachts is alles donker, is zij moe en ik sneller geïrriteerd en wordt het praten met elkaar nog lastiger. Dan zijn die drie woorden ook niet op een normale manier uitgesproken, maar vraagt ze om iets heel onlogisch met een pruillip en een speen in haar mond..
Nee, ik snap Vicky soms gewoon niet. En dat wil ik best toegeven.
En ‘s Nachts is dat een graadje erger…
Alleen kun je je zo verloren voelen.
Ze huilt en ik kijk haar aan. Ze kijkt terug met een blik “mama, waarom snap je me niet?” en ik kan me alleen maar schuldig voelen. Ik zou mijn eigen dochter toch wel moeten snappen. Ze is uit mij gekomen, heeft mijn trekjes en vast ook mijn stijl in communicatie. Dan zou ik haar toch moeten snappen en goed moeten aanvoelen?
Of is dit puur iets wat bij een twee jarige hoort en moet ik het naast me neerleggen. Over twee jaar kunnen we (als het goed is) hele gesprekken voeren. Dat hoop ik dan maar.
En dan geef ik na het schrijven van dit stuk, mezelf weer een half uur om aan haar bedrand te staan en 6 boekjes (en veel liefde) aan haar te geven…