
“Ik wil dat B., O., Z., A. en S. bij mij thuis komen spelen.” Playdates na school: hoe (vaak) zijn ze?
Voordat Elia naar school ging, was ik er al benieuwd naar: de ‘speelafspraken’ die kinderen (of de ouders van die kinderen) maken om bij elkaar te gaan spelen na schooltijd. Hoe, wanneer en met wie regel je zoiets? Hoe behandel je het speelkameraadje in kwestie als die ’te gast’ is bij jou thuis? Hoe verloopt zo’n playdate eigenlijk, en hoe vaak vinden ze plaats?
Er is vanzelfsprekend geen ‘standaard’ manier waarop dit verloopt. Zelf had ik eigenlijk min of meer verwacht dat het vrij lang zou duren voordat Elia een speelafspraak zou hebben, simpelweg omdat hij vrij verlegen en introvert is. Nu blijkt hij dat echter wel te zijn, maar vooral bij (onbekende) volwassenen. Met kinderen gaat het kennismakingsproces en vrienden-worden-proces een stuk sneller. Gelukkig, want ik zou het vreselijk vinden als hij geen vriendjes zou hebben of zelfs gepest zou worden. Elia zit nu iets meer dan 3 maanden op school, en heeft 6 keer een buitenschoolse playdate gehad. Een keertje kwam vriendje B. hier, bij ons thuis, spelen, vriendinnetje S. kwam ook en vriendje O. is al twee keer geweest. Een keer ging Elia bij vriendje O. thuis spelen, en ook een keer bij eerder genoemde B. Met mij en zijn broertje erbij – dat dan weer wel.
De kracht van samen spelen
“Is Elia al toe aan een speelafspraak?”. Dat vroeg de moeder van B. me na een maand school bij het ophalen. Ik had al eerder wat met haar gekletst, omdat Elia en B. op die superspannende eerste schooldag naast elkaar zaten en omdat ze volgens de juf veel samen spelen. Ik antwoordde haar dat ik denk dat hij dat leuk zou vinden, maar dat hij niet zonder mij met haar mee zou gaan. Dus spraken we af dat we het de eerste keer hier, bij ons thuis, zou zijn. De moeder van B. ging ook mee met het babyzusje van B., en na thee gedronken te hebben samen, vertrok ze weer. De rest van de middag was ik alleen met Noël, Elia en B. We/ze speelden in huis, ik deed nog een was, we aten crackers en komkommer en gingen naar de kinderboerderij.
Het ging heel goed. B. was een welkom speelkameraadje voor zowel Elia als Noël, en voor ik het wist werd hij alweer opgehaald. Ik behandelde B. overigens ‘gewoon’ zoals ik mijn eigen kinderen ook behandel. Toen hij met een auto gooide, zei ik vriendelijk doch duidelijk dat we dat hier niet doen, en toen hij moest huilen omdat Elia zei dat hij niet gewonnen had met rennen terwijl hij wel gewonnen had, gaf ik hem een knuffel en een aai over zijn bol. Ik heb zelfs zijn billen afgeveegd… De eerste playdate was een succes, en extra leuk vind ik dat B. me nu ook elke dag vrolijk gedag zwaait op het schoolplein.
Hij komt met een gebruiksaanwijzing
Elia heeft een gebruiksaanwijzing. Net als elk kind, denk ik, al zijn sommige ‘makkelijker’ dan andere. De tweede playdate was bij O. thuis. Aangezien Elia niet durfde zonder mij, gingen we met z’n drieën. De grote zus van O. was er ook, dus uiteindelijk speelden ze met zijn vieren boven terwijl ik in de woonkamer thee dronk en met de vader van O. kletste.
Diezelfde week nog kwam O. bij ons spelen. Hij durfde wel meteen in zijn eentje, ondanks dat hij nog weinig Nederlands spreekt en begrijpt (hij is Turks en pas een paar maanden hier). Mijn grootste ‘angst’ was dat hij naar de wc zou moeten maar het niet zou durven zeggen of vragen, dus liet ik hem meteen de wc zien en vroeg ik af en toe ’toilet?’ (na bij zijn vader gecheckt te hebben of het Turkse woord hierop leek).
Tijdens deze playdate heb ik zelf minder interactie met onze gast gehad, omdat hij een stuk verlegener is dan kind B., en omdat hij me dus niet verstond en zelf volgens mij meer op zijn gemak was met Elia, die overigens aan 1 stuk door tegen hem bleef kletsen. Heel erg leuk om te zien, en ook in het kader van taalverwerving interessant. Elia zei dan bijvoorbeeld: “Wil je een puzzel maken, O.? Ik heb veel puzzels. Laten we samen een puzzel maken, oké? Wacht even… ik pak de puzzel“, waarop O. zei: “Ja Elia, kom, puzzel!“. En zo worden belangrijke woorden geconsolideerd :-).
Mijn favoriete playdate tot nu toe was met vriendinnetje S. Elia heeft het heel vaak over haar, dus vroeg ik haar moeder of ze een keertje wilde spelen. Ik betwijfelde of de liefde wederzijds was, maar blijkbaar wel want ze wilde graag mee. Waar de jongens allebei 4 jaar zijn (net als Elia dus), daar is zij ‘al’ 5. En dat verschil merk je. In de manier waarop ze speelt, praat, en in de ideeën die ze aandraagt om te gaan doen. Waar ik eerst ook nog de illusie koesterde dat meisjes (veel) zachtaardiger zijn, daar rolden S. en mijn zoon na een tijdje ook over elkaar heen op de grond (…).
Al met al ontstaan playdates tot nu toe op natuurlijke wijze, en vind ik ze totaal niet vermoeiend (zoals ik eerst wel vermoedde). De kindjes die te gast zijn luisteren sowieso al beter omdat vreemde ogen dwingen, en ze zijn zoet met al het – voor hen nieuwe – speelgoed. Elia laat zich tijdens het spelen bovendien meestal van zijn liefste en behulpzaamste kant zien, en betrekt vaak ook zijn kleine broertje bij het spel – iets waar hij niet altijd zin in heeft wanneer ze met zijn tweeën zijn. Elia vindt het ook leuk als er kindjes bij ons thuis komen, en zei: “O., B. en S. zijn hier al geweest. Ik wil dat G., A., N., L. en M. ook hier komen spelen.” Waarop ik zei dat ik het allemaal prima vind, zolang ze niet dagelijks en niet in groepen komen ;-).