
Stelling: als ouder maak je je kind zelf eenkennig
Als ouder kun je jezelf heel erg veel verantwoordelijkheden toekennen, zoals elk vervelend trekje van je kind. Als Vicky boos is en het in de Albert Heijn op een krijsen zet denk ik altijd; was ik vroeger ook zo? Of doe ik dingen verkeerd? Of als Kobe in een openbare ruimte opeens enorm naar mij toe gaat trekken, mijn hand pakt en verlegen wordt, denk ik ook: moet ik hem wat meer zijn gang laten gaan of zijn hand juist niet pakken?
Mijn kinderen zijn over het algemeen niet eenkennig. Eigenlijk helemaal niet. Ze vermaken zichzelf erg gemakkelijk en ook een nieuwe oppas heeft slechts een paar minuten wentijd nodig om hun vertrouwen te winnen. Wel denk ik dat er heel veel factoren zijn die hier van invloed op zijn. Niet alleen het gemak waarmee ik ze bij een nieuwe oppas achterlaat bijvoorbeeld. Ook de persoonlijkheid die ze hebben, de sprong waar ze midden in zitten of de vertrouwde omgeving waarin ze zich bevinden (die ze niet prettig genoeg vinden), zijn factoren die vast meespelen.
Natuurlijk is ook een van de dingen die meespelen bij het eenkennig zijn of worden van een kind, de ouder zelf. Als jij je kind snel op schoot neemt of zijn hand pakt als je in een nieuwe ruimte komt of dingen tegen je kind zegt die wijzen op een nieuwe spannende situatie zal een kind dat direct aannemen als waarheid: ‘Ok, als ik ergens nieuw kom of nieuwe kindjes zie, moet ik snel naar mama toe. Die beschermt me wel’.
Ik denk niet dat je als ouder je kind als énige verantwoordelijk bent voor de eenkennigheid, maar wel dat je het negatief kan stimuleren en op die manier dus ook wat terug kan dringen. Dus NO als ouder maak je je kind niet eenkennig, daar is meer voor ‘nodig’.
Vraag: of is eenkennigheid gewoon iets wat er bijhoort en misschien juist goed (volgende stelling, Car?;))?
Oei, moeilijke! Ik voelde me natuurlijk ook meteen aangesproken toen ik zag dat mijn dierbare co-auteur hem ingepland had. Elia is enorm eenkennig, altijd al geweest. Noël is totaal niet eenkennig. Deels denk ik dat ze zo geboren zijn – hun persoonlijkheden zijn heel anders, niet alleen op dit punt. Maar deels denk ik zeker dat mijn eigen houding hiermee te maken heeft. Noël heb ik van begin af aan veel meer ‘met rust gelaten’ (of ‘aan zijn lot overgelaten’, maar dat klinkt weer zo negatief).
Elia was mijn eerste kind, en bovendien van nature heel verlegen. We waren eigenlijk altijd samen. Bovendien was hij twee jaar lang ook enig kind, waardoor ik zijn enige speelkameraad was. Hem alleen laten spelen vond ik zielig (allemaal perceptie…), dus dat deed ik dan ook zelden. Net als hem wegbrengen of hem bij iemand anders achtergelaten. Dat deed ik alleen als het niet anders kon.
Noël heeft vanaf zijn geboorte minder mama-aandacht gehad (want: tweede kind), en ging gewoon mee in de bestaande routine van kinderdagverblijf, oppas en momenten van alleen spelen. Dat heeft er denk ik absoluut mee te maken dat hij ‘makkelijker’ is met onbekenden. Hij is veel minder eenkennig, en dat komt (ook) door wat ik doe. Of beter gezegd: wat ik niet doe. Uiteindelijk denk ik dus YES: als ouder maak je je kind zelf eenkennig, al gebeurt dit bij het ene kind wel sneller dan bij het andere.