‘Je wordt al snel onderdeel van de moedermaffia’ – Anna van den Breemer in de Volkskrant over opvoeding als wetenschap.

Anna van den Breemer schrijft elke week een artikel in De Volkskrant over opvoeding, moederschap of een gerelateerd onderwerp. Dit keer over het wéten hoe je ouder moet zijn en de kritiek – en dus ook de stress – die ouders krijgen van hun mede samenlevingsgenoten; de geitenwollensokken-übermoeders. Je leest het artikel hier.

In haar artikel gaat ze in op de stelling ‘Opvoeding is geen bepaalde wetenschap, iedereen doet maar wat.’ Hieronder een paar van haar quotes die ik erg interessant vind en waar ik graag op zou willen reageren:

‘Opvoeden is geen exacte wetenschap, het is niet iets wat je in een lab kan testen en wat werkt verschilt per gezin. Daarom zeg ik liever: probeer dit eens en kijk of dat lukt.’

Je hebt verschillende opvoedboeken. Natuurlijk! En je kunt daar tips en adviezen uithalen die passen bij de situatie die jij op dat moment doormaakt. Maar ik ben het met Van den Breemer eens, dat de wetenschap van het opvoeden inderdaad zeker niet vaststaat. Het verschilt per gezin en jij als ouder moet zelf uitvogelen wat voor jouw kind(eren) en jouw gezin goed werkt.

‘Wij als ouders geven onszelf eigenlijk een onredelijke taak, namelijk het gelukkig maken van onze kinderen. Geluk is geen doel dat je kunt nastreven, maar een bijzaak van andere, behapbare zaken, zoals het bijbrengen van fatsoen en het geven van liefde. Richt je je daarop, dan wordt opvoeden als taak veel minder zwaar en gewichtig.’

Dit inzicht haalde Van den Breemer uit de Ted Talk van de Amerikaanse journalist Jennifer Senior. Ik voel me hierbij erg aangesproken. Wat ik ook al vertelde in mijn vorige blog, denk ik dat wij als ouders enorm kritisch zijn op onze eigen opvoeding. En dus ook streven naar een gelukkig kind. Want wie streeft er niet naar geluk? Maar wat een ballast leg je jezelf op als dat je streven is?! Het doel ‘fatsoen’ en ‘liefde’ bijbrengen vind ik al een stuk laagdrempeliger, inderdaad minder zwaar of gewichtig, dan gelukkig. In een van onze stellingen reageren Carmen en ik op ‘Als moeder (of vader) ben je verantwoordelijk voor het geluk van je kind.‘, wat ik echt een van de moeilijkste maar meest confronterende stellingen ooit vond.

‘Ik denk ook dat je als ouder of moeder bijna automatisch zelf een light-variant van een moedermaffia-lid kan worden. Als jij iets hebt gevonden dat werkt voor jouw kind – het kan eindelijk goed slapen – dan ga je dat uitdragen: dit werkt heel erg goed, zo moet je het ook doen.’

Deze vond ik ook erg herkenbaar. Zoveel moeders die je vertellen hoe het ‘moet’. Is er inderdaad één manier dan? ‘Of heeft dit toevallig bij jouw gezin goed gewerkt?’ denk ik dan, maar zeg ik vaak niet. Van deze opmerkingen van andere moeders werd ik zelf altijd heel erg onzeker. Want, waarom werkt dit dan net niet bij mijn kinderen? Inmiddels, net als Van der Breemer in haar artikel, weet ik dat die moedermaffia erg gevaarlijk is en het goed is om je eigen plan, je eigen pad te trekken.

‘Hoe meer je weet, hoe onzekerder je kan worden.’

Ik denk ook over alles na. Maar wat ik ook in mijn vorige blog over het analyseren probeerde te vertellen, juist daardoor pas je steeds alles aan en word je onzeker over elke stap die je zet. Dat heb ik tenminste. Bepaalde dingen haal je er wél uit door dingen te weten, zoals wat is een fijne slaaptijd voor kinderen, hoe leg je je kind aan de borst en welke tips kan een andere moeder je wél geven over het benaderen van de juf van je kind. Enzovoort..

 

Dus…?

Ik ben het overall met Van den Breemer eens, dat opvoeden is soms ook betekent dat je toevalligerwijs op dingen moet stuiten en dingen terwijl je het doet kunt en moet leren. En natuurlijk dat opvoeding niet altijd een wetenschap is. Al is het toch fijn dat we op vlakken als gezondheid wel de wetenschap erbij kunnen pakken!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *