Verbieden of vermijden. Hoe kindvriendelijk moet je huis zijn?

Op Instagram deelde Frederiek een foto van Vicky die de trap op wilde klimmen. Een traphekje heeft ze bewust niet, omdat ze het niet mooi vindt staan en omdat ze vindt dat Vicky maar moet leren dat bepaalde dingen niet mogen.

Hierover zijn we het deels eens. Voor het esthetische argument ben ik niet zo vatbaar, ik vind het een milde versie van ‘de kinderen pasten niet bij de bank dus hebben we ze weggedaan’ ;). Mijn bezwaar tegen een traphekje (of slotjes op de keukendeurtjes of hoekbeschermers op elke tafelpunt) is dus niet dat het niet mooi zou staan – deze maatregelen zijn immers ook maar tijdelijk – maar wél dat ook ik vind dat een kind moet leren dat sommige dingen nu eenmaal niet mogen. Je kunt je hele huis zo inrichten dat er nergens gevaar meer is en je kind dus overal aan mag zitten, maar dat lijkt me behalve moeilijk (gevaar zit immers overal), ook niet goed voor de ontwikkeling.

Ons oude appartement

Bah, bah, bah

Ik vind dus dat een kind moet leren dat hij niet overal aan mag zitten. Het is echter een illusie om te denken dat zoiets meteen goed gaat. Hier zaten we best een tijdje in de fase dat een consequent ‘nee’ van mijn kant alleen maar grappig was, en daarom haalde Noël zo’n 10 keer per dag de plastic verpakkingen uit de afvalbak voor plastic, ondertussen vrolijk ‘bah, bah, bah!’ roepend terwijl de lege zakjes en bakjes door de lucht vlogen.

Daar werkten we dus aan, en dat vergde tijd. Veel tijd. En veel geduld. Ik bleef herhalen dat het niet mag, dat de prullenbak vies is, en als hij na een paar keer niet luisterde – wat meestal dus het geval was – haalde ik hem daar weg. Het gevolg was meestal een driftbui. Overigens krijgt hij soms ook zijn vingertjes tussen de klep van de prullenbak. Dan huilt hij ook. Oorzaak en gevolg blijken echter nog lastig met elkaar in verband te brengen… inmiddels is Noël bijna twee en luistert hij beter. Natuurlijk zoekt hij nog steeds de grens op, maar ik heb wel de indruk dat hij telkens beter beseft dat ik het niet voor de lol zeg.

Vermijd, maar vermijd met mate

Voor veel dingen volstaat volgens mij dus verbieden. Niet dat dat altijd direct het gewenste effect heeft, maar op langere termijn wel. Maar… sommige dingen moet je volgens mij vermijden. Dat geldt voor dingen die écht gevaarlijk zijn. Over wat nou echt gevaarlijk is, daarover verschillen de meningen, en het is aan iedere ouder om daar zelf een keuze in te maken.

Wat ik zelf in elk geval absoluut zou vermijden, zijn schoonmaakmiddelen. Een jong kind wil alles immers in zijn mond stoppen, en je hoeft maar een nanoseconde niet te kijken en een dop niet goed dichtgedraaid te hebben of je kind neemt een slok bleek. De schoonmaakmiddelen staan bij ons dus al 3,5 jaar – sinds Elia’s geboorte – hoog opgeborgen. Verder ben ik er altijd zelf bij wanneer Noël de trap op of af gaat, maar dat lijkt me ook vanzelfsprekend. En ik snijd al het ‘gevaarlijke’ eten (kleine tomaatjes, druiven, spruitjes) in stukjes. Ook voor mijn peuter. Al heeft dat met het huis natuurlijk weinig te maken ;-).

Ik merk dat ik nu, bij mijn tweede, minder voorzichtig ben dan bij de eerste. Ik vermijd minder, en verbied meer. Er zitten geen hoekbeschermers meer om de punten van de tafel en Noël kruipt zelf de trap op zonder dat ik hem telkens bij zijn lurven grijp. Sowieso heeft Noël veel vaker een blauwe plek dan Elia als kind had, maar dat heeft ook te maken met het feit dat hij gewoon een kleine wildebras is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *