
Er ligt een dood dier op zijn bord en het kan mijn peuter niks schelen
Vlees is van de dieren.
Met die zin begon ik mijn poging om meer bewustzijn te creëren bij mijn driejarige zoon over het eten van dierlijke producten. Met nul effect. “Gras is ook van de dieren,” zei hij. “Water is ook van de dieren.”
“Ja maar, vlees is gemaakt van dieren. Daarom eet ik het niet.”
– “Ik vind vlees wél lekker mama.”
Dit schoot ook niet echt op… Elia is nu 3 en een half, hij begrijpt best veel en – belangrijker – begint nu ook vragen te stellen. Laatst at ik kipstuckjes van de Vegetarische Slager, toen hij uitriep: “MAMA DAT IS VLEES! JIJ EET GEEN VLEES!“. Dat heeft hij dus al begrepen, maar de reden waarom snapt hij nog niet. Of hij snapt het wel, maar hij heeft (nog) niet (genoeg) empathie om het zich ook echt voor te kunnen stellen.
Niet indoctrineren
Ik wil Elia niet indoctrineren. Idealiter wil ik niet dat hij iets doet (of laat) omdat ik dat doe, maar omdat hij dat zelf wil, omdat hij zich ervan bewust is. Vegetarisch eten vind ik een lastig onderwerp, omdat hij te jong is om hier zelf een bewuste keuze in te maken. We doen het thuis vrijwel altijd, en ik leg hem ook uit waarom, maar ik ga hem niet verbieden om vlees te eten. Sommige ouders doen dat wel, daar heb ik uiteraard ook respect voor. Maar Elia eet op de crèche en bij opa en oma en sporadisch thuis ook wel vlees. Ik heb het hier overigens telkens over vlees en niet over vis, omdat ik dat soms nog wel eet, al probeer ik dat ook steeds minder te doen. En meer vegan. Maar dat is dus nog een proces. En een goed voornemen.
The struggle is real
‘Vlees is van de dieren’ zette dus geen zoden aan de dijk. Clichématige zinnen als ‘de dieren zijn onze vrienden’ gingen ook volkomen langs hem heen. Lang twijfelde ik over de vervolgstap. Boekjes lezen over dieren eten, natuurlijk, maar misschien ook iets meer zeggen waar het op staat. Iets directer. Dus wees ik op zijn bord en zei ik: “Er ligt een dood varken op je bord.”
Nogal heftig, vond ik zelf. En Elia? Die KNIPPERDE niet eens. The struggle is real. Hoe komt dat? Heb ik een steekje laten vallen in de opvoeding? Heeft mijn kind geen enkele empathie voor andere levende wezens om hem heen? Ik durf bijna met zekerheid te stellen dat dat het niet is. Niet omdat ik nooit steken laat vallen (want dat doe ik vast wel), maar omdat ik zie dat Elia wél empathie toont naar anderen toe, zoals naar zijn broertje. Maar dus niet naar het dode dier op zijn bord.
Is het dan misschien te abstract? Begrijpt hij gewoon niet dat dat ooit een ademend en lopend dier was, en dat die nu dood is? ‘Dood’ is natuurlijk sowieso een lastig begrip. Ooit zagen we een dode duif, en dat interesseerde hem ook bar weinig. De dag erna zagen we een levende duif, en toen vroeg hij of dat hem was (eh.. nee). Ik denk dat hier de schoen wringt. Het is (denk ik) vooral een kwestie van gebrek aan begrip, en in kleinere mate een kwestie van gebrek aan inlevingsvermogen.
Dus wat nu? Ik ga hem in elk geval geen filmpjes laten zien van kuikens door de versnipperaar en varkens die geslacht worden. Boekjes lezen lijkt me een logische vervolgstap. En blijven benadrukken dat dieren onze vrienden zijn en we voor ze moeten zorgen (ook als we ze liever op zouden willen eten). En dan, hopelijk, groeit met de tijd ook het besef. To be continued…
Heb jij nog tips?