
8x Waar ik op let bij het zoeken naar een oppas
Ik ben denk ik best een veeleisende moeder wanneer het op het zoeken van een geschikte oppas aankomt. Dit heeft denk ik voor een groot deel te maken met hoe ik zelf ben, maar ook met hoe Elia is: hij is (nog steeds, met 3 jaar) vrij eenkennig, en het duurt relatief lang voor hij aan een nieuwe persoon gewend is en diegene accepteert. Toen Elia 3 maanden was, vond ik J. (J. als je dit leest: we missen je!) en zij heeft op hem gepast en ook nog op Noël. Toen Noël exact 4 maanden was, beviel J. van haar eigen, prachtige dochtertje.
Elia heeft in zijn leven drie vaste oppassers gehad (de genoemde J. en ook een mannelijke oppas), Noël tot nu toe twee. Ik reken de leidsters van het kinderdagverblijf en de opa’s en oma’s dan niet mee, het gaat echt om iemand die betaald aan huis komt om op te passen. Zoveel oppassers zijn dat dus niet, maar er zijn wel talloze kennismakingsgesprekken aan vooraf gegaan. Ik neem namelijk geen genoegen met de eerste de beste ;-).
Ik hecht niet zoveel belang aan dingen als opleidingsniveau, soort studie (iemand die de PABO doet is mooi meegenomen, maar wat mij betreft mag er ook een loodgieter op mijn kinderen passen) of gender, maar ik heb wel een andere waslijst aan wensen. Uiteindelijk kies ik een oppas vooral op het gevoel dat ik bij diegene heb na hem of haar geobserveerd te hebben met mijn kinderen (die ik dan ook nooit meteen de eerste keer alleen bij de oppas achterlaat).
1.) Mijn kinderen moeten zich fijn voelen bij de oppas.
Ik zou nooit ofte nimmer iemand aannemen omdat diegene op papier geschikt is. Iemand kan nog over zoveel ervaring of EHBO-diploma’s beschikken, als er geen klik is met de jongens gaat het hem niet worden. Elia is eenkennig, maar heeft wel duidelijke voorkeuren. Waar die op gebaseerd zijn, daar ben ik nog niet achter, maar hij weet heel goed wie hij op het eerste gezicht mag en wie niet. Er kwam een keertje een jong en heel spontaan meisje op gesprek. Ik vond haar onmiddellijk heel leuk, Elia wilde niks van haar weten. Ook toen ze eenmaal weg was en ik hem vroeg of hij een keertje met haar wilde spelen, zei hij meteen ‘nee’. Hij was daar heel stellig in. Dan houdt het voor mij op.
2.) De oppas moet gericht zijn op de kinderen.
Dit vind ik zelf zo ontzettend logisch, maar je wilt niet weten hoeveel oppassers dit in een kennismakingsgesprek totaal niet zijn. Ik weet nog heel goed dat er eens een wat oudere vrouw op gesprek kwam toen Elia nog een baby was. Ze keek gedurende het hele gesprek geen enkele keer naar hem (hij zat erbij in de wipstoel), laat staat dat ze even naar hem toeging. Ze was ook heel zakelijk, zo van “Zeg maar wat er moet gebeuren” (wat er moet gebeuren is dat jij enige interesse in mijn kind toont…), alsof ze kwam schoonmaken in plaats van oppassen. Ik vind het niet meer dan normaal dat de oppas vragen stelt over mijn kinderen, dat ze interacties met ze heeft en dat ze bijvoorbeeld hun namen weet (is het niet voor het gesprek, dan zeker wel na afloop).
3.) De oppas moet ervaring hebben.
Onze huidige oppas volgt een opleiding tot pedagogisch medewerker en heeft op een kinderdagverblijf stage gelopen. Dat is natuurlijk top, maar geen vereiste. Wat ik wél een vereiste vind, is dat iemand ooit in zijn leven op een baby/jong kind heeft gepast. Diegene moet weten hoe je een luier verschoont, dat je druiven door moet snijden voor je ze aan een peuter geeft, hoe je tegen een kind moet praten en wat voor gedrag je bijvoorbeeld kunt verwachten bij een driftbui.
4.) De oppas moet dichtbij wonen.
Het liefst op maximaal 10 minuten fietsen. Dan is de kans op afzegging door problemen met auto/OV niet aanwezig, en dan kan hij of zij indien nodig last minute komen.
5.) De oppas moet flexibel zijn.
Zowel in tijden dat hij/zij kan komen, maar ook in wat er moet gebeuren. Ik houd over het algemeen erg van structuur en vaste tijden waarop ik dingen doe (en dus een oppas nodig heb), maar soms veranderen mijn plannen door wat voor reden dan ook. De oppas moet dit wel aankunnen. Overigens werkt het twee kanten op: ik probeer me zelf ook zo flexibel mogelijk op te stellen naar de oppas toe en rekening te houden met haar of zijn schema. Aangezien ik dikwijls een oppas inschakel om te kunnen sporten en dit niet per se op een vast tijdstip hoeft, kan dat ook wel.
6.) De oppas moet netjes zijn.
Diegene hoeft niet mijn badkamer te gaan staan schrobben (mag wel ;-)), maar ik vind het wel zo normaal dat ik mijn huis aantref in ongeveer dezelfde staat als ik het heb achtergelaten. Ik heb eens (en nooit meer) twee jonge meisjes samen op Elia laten passen. Dit was maar een uurtje, maar toen ik terugkwam zag het huis eruit alsof er een bom ontploft was: OVERAL lag speelgoed, er was op de tafel getekend en er lag een spoor van kruimels door de woonkamer. Ik vind het zelf wel zo normaal dat je dat als oppas voorkomt of anders opruimt.
7.) De oppas moet zich aan mijn regels houden.
Deze is makkelijker te controleren nu Elia goed kan praten ;-). Ik laat oppassers in het algemeen redelijk vrij in wat ze met de kinderen willen doen, maar er zijn een paar regels: de televisie staat niet standaard aan (liever zelfs helemaal niet), er wordt geen limonade gedronken en er worden ook geen snoepjes of koekjes gegeten, tenzij ik expliciet heb aangegeven dat het mag.
8.) De oppas moet er plezier in hebben.
Eens kwam er een wat oudere vrouw op gesprek. Nog voor ik haar een vraag had kunnen stellen, begon ze al al haar kwaliteiten op te sommen. Toen ik haar onderbrak om te vragen wat ze leuk vond aan oppassen, herhaalde ze dat ze er goed in was. Natuurlijk komt een oppas ook voor het geld, dat is logisch, maar in eerste instantie wil ik iemand die komt omdat ze/hij gek op kinderen is. Volgens mij voelt een kind namelijk heel goed aan of iemand graag bij hem is of dat diegene er alleen is omdat het moet. Als de oppas er geen plezier in heeft, voelen de jongens zich vaak ook al niet fijn bij haar (zie punt 1), dus zo is het cirkeltje weer rond.